Het overzicht van ziekten, plagen en aantasting in de lelieteelt is tot stand gekomen in samenwerking met het project systeemaanpak lelieteelt waarin KAVB , Anthos, LTO Glaskracht, BKD en PPO samenwerkten. Een overzicht van aantastingen in de lelieteelt vind je ook op de schuurposter, die is ontwikkeld in het praktijknetwerk Management kwaliteit en registratiesysteem Lelieteelt. |
-
Aardbeibladaaltje - lelie —
Planten gegroeid uit aangetaste bollen blijven achter in groei. Zij bloeien meestal niet en hebben misvormde loofbladeren. Vooral de topblaadjes kunnen misvormd en verdikt zijn. Deze staan vaak onregelmatig of dicht bijeen op de stengel ingeplant.
-
Arabis-mozaiekvirus - ArMV —
Een infectie met ArMV in bloembolgewassen kan typische symptomen geven zoals mozaïek patronen, gele of grijzenecrotische ringspots.
-
Bewaarrot - lelie —
Tijdens de bewaring ontstaan op de schubben bruine, droge, rotte plekjes, die zich - zelfs bij bewaring beneden 0°C - steeds verder uitbreiden.
-
Bladluizen - lelie —
Van aangetaste planten zijn de onderste loofbladeren normaal uitgegroeid. De bovenste bladeren krullen in een jong stadium om en worden misvormd (foto). De luizen leven alleen op jonge bladeren en dan voornamelijk op de onderzijde daarvan.
-
Bladverbranding - lelie —
Wanneer de planten ongeveer een derde van hun normale lengte hebben bereikt, ontstaan in een zone van de jongste loofbladeren enkele tot vele, geelgroene, maar ook wel witachtige stipjes of vlekken.
-
Blauwzwartverkleuring - Lelie —
Er ontstaan blauwzwarte vlekken op het blad. Ook de bladranden en de bladpunten vertonen deze symptomen.
-
Bollenmijt - lelie —
In ondergrondse stengeldelen, wortels en bolschubben zijn kleine ronde gaatjes en gangetjes waarneembaar van ca. 1 mm breed. De plekjes zijn aanvankelijk wit, maar worden snel lichtbruin tot bruin. Vooral jong nieuw gevormd weefsel wordt aangetast.
-
Botrytisrot - lelie —
Tijdens langdurige bewaring kunnen de bollen bruin en zacht worden. Botrytis-rot begint aan de buitenzijde van de bol. Op de buitenste rotte schubben kunnen zwarte, platte sclerotiën voorkomen.
-
Californische trips - lelie —
Tijdens de teelt in de kas zijn op het blad ronde, 1-2 mm grote, waterige donkergroene plekjes te zien, waarbij het weefsel in het midden bruin en necrotisch wordt.
-
Colletotrichum-rot - lelie —
Grillige, grijsachtig bruine of soms bruinroze plekken komen voornamelijk voor op de buitenste, maar ook aan de toppen van de meer naar binnen gelegen bolschubben
-
Fluorschade - lelie —
Zowel te velde als in de kas wordt het bladweefsel vanuit de top van het blad of vanuit de rand juist onder de top eerst donkergroen, het raakt waterig doorschoten en wordt later slap en lichtbruin.
-
Knopval - lelie —
Bij knopval verandert de kleur van de bloemknoppen aanvankelijk in lichtgroen maar gelijktijdig ontstaat een insnoering in de bloemsteel op de plaats waar de knop is aangehecht; als gevolg daarvan valt de knop af.
-
Komkommermozaiekvirus - lelie —
De symptomen lijken op die van het leliemozaïekvirus, maar na de bloeiperiode gaan de lichtgroene vlekjes en streepjes bij Longiflorums vaker over in grijze necrotische vlekjes en bij Aziaten in bruine necrotische vlekjes.
-
Kroonrot —
Sclerotium rolfsii is een schimmelziekte die in veel siergewassen voorkomt zoals Amaryllis, Astilbe, irissen, tulp, lelies en chrysant. Ook veel groentegewassen kunnen worden aangetast.
-
Kwade grond - lelie —
Zowel bij de broei als te velde De spruit begint in de grond van buiten af te rotten. De spruit in de grond wordt geheel vernietigd en in de rokken ontstaan zachte, bruine plekken.