Kwade grond - lelie

Zowel bij de broei als te velde De spruit begint in de grond van buiten af te rotten. De spruit in de grond wordt geheel vernietigd en in de rokken ontstaan zachte, bruine plekken.  

Tussen de schubben vindt men vaak een grijswit mycelium en soms sclerotiën.

Tijdens langdurige bewaring bij lage temperatuur kunnen  bollen groepsgewijs in het bewaarfust worden aangetast, waarbij soms alleen de spruit tot rotting overgaat. Op de bollen komt dan vaak wit schimmelpluis voor met daarin aanvankelijk witte, later donkerbruine, enigszins ronde sclerotiën. De schimmel tast zijn waardplanten alleen bij lage temperatuur aan (0-13 graden C). De schimmel kan gedurende zeer lange tijd in de grond in leven blijven in de vorm van sclerotiën.

Te velde komt de ziekte vooral voor bij tweejarige teelt van lelies. Eenjarig geteelde bollen kunnen echter wel besmet zijn, waardoor tijdens de bewaring grote schade kan ontstaan. Tot de waardplanten behoren bolgewassen zoals hyncint, iris, krokus, narcis, tulp, Bulbocodium, Camassia, Chionodoxa, Colchium, Erythronium, Fritillaria, Hyacinthoides, Muscari, Ornithogalum, Puschkinia,Scilla en Triteleia. 

• Bollen op besmette percelen tijdig rooien (vóór 1 november).

• Op besmette \percelen geen tweejarige lelies planten.

• Bollen afkomstig van een besmet perceel diret na de oogst spoelen om het doorzieken tijdens de koele bewaring te voorkomen. Na het spoelen de bollen iets terugdrogen en zo snel mogelijk ontsmetten volgens geldende adviezen.

• Plantgoed na de warmwaterbehandeling ontsmetten volgens geldende adviezen.