Het gebruik van fossiele brandstoffen draagt bij aan de opwarming van de aarde. Zowel in Nederland als in de Europese Unie liggen forse doelstellingen om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen om klimaatverandering tegen te gaan. De Europese Unie heeft zowel op energiebesparing als op het overschakelen naar energie uit hernieuwbare bronnen ambitieuze doelen neergelegd voor 2030. Zo wordt ernaar gestreefd dat in 2030 40% van alle energiebronnen hernieuwbaar is. Uiteindelijk streven de EU en NL naar klimaatneutraliteit in 2050. Voor klimaatneutraliteit is de omschakeling van fossiele naar hernieuwbare energie (energietransitie) essentieel.
De landbouw kan een positieve bijdrage leveren aan de energietransitie door zelf te besparen op energiegebruik, door over te schakelen op het gebruik van hernieuwbare energie en door het produceren van hernieuwbare energie uit zon, wind en biomassa voor anderen. De agrarische sector is hierin een cruciale partij omdat zij de ruimte heeft om hernieuwbare energie in voldoende omvang te produceren. Zie bijvoorbeeld ‘de rol van boeren en tuinders in de energietransitie’. Bij een sectorale benadering, gericht op emissiereductie uit de landbouw komt die mogelijk rol van de landbouw niet goed tot uitdrukking.
Energiegebruik- en productie wordt op diverse manieren gemeten, ook op landbouwbedrijven. In potentie lijkt er dan ook ruimte om een KPI te formuleren die voor individuele landbouwbedrijven in beeld brengt hoe het bedrijf bijdraagt aan de energietransitie.
Er bestaat een overlap met KPI Broeikasgasemissies. De CO2 uitstoot als gevolg van energiegebruik op het bedrijf wordt hierin meegenomen, productie van hernieuwbare energie voor anderen echter niet.
Binnen het KPI-K project wordt in beeld gebracht wat de mogelijkheden zijn voor het toevoegen van een KPI Energiebalans, gebaseerd op bestaande datasystemen. Een van de vraagstukken hierbij is wat de meerwaarde is van het toevoegen van een extra KPI bovenop de KPI Broeikasgasemissies.