Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 3 Volgende »

Structuur varkenshouderijsector

De Nederlandse varkenshouderij heeft volgens het CBS in 2020 3557 bedrijven met varkens, waarvan 1536 met zeugen. In totaal hebben zij ruim 11 miljoen varkens welke in principe allemaal voor het vlees geproduceerd worden. In 2020 zijn 16,7 miljoen varkens in Nederland geslacht. 60 procent van de totale Nederlandse verdiensten aan vleesafzet wordt behaald met export en 40 procent met binnenlandse handel. Slachterijen spelen een grote rol in de vleesketen, mede door hun sterke relaties met groothandel en retail. De Vion Food Group is een belangrijke speler, ongeveer de helft van de vleesvarkens die in Nederland geslacht worden, worden door Vion geslacht. Daarmee is Vion een belangrijke schakel tussen het varkenshouderijbedrijf en de consument en heeft het bedrijfsmodel van Vion grote invloed op het verdienmodel van de varkenshouderijbedrijven in Nederland.

Het duurzame verdienmodel in de varkenshouderij

Vion Food Group heeft in haar bedrijfsactiviteiten duurzaamheid hoog in het vaandel staan en rapporteert en publiceert daarover jaarlijks in haar MVO-verslag (MVO = Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). In haar waardecreatiemodel laat Vion met al haar verschillende divisies en activiteiten zien hoe zij waarde creëert en werkt aan een duurzame toekomst.


Figuur 1.10 - Waardecreatie Model Vion Food Group. Bron: MVO Rapport Vion Food group 2021.

Vion’s MVO-thema’s

Met het oog op het bedrijf Vion en op het effect dat andere bedrijven binnen de keten op Vion  hebben, heeft Vion een lijst gemaakt van MVO-thema’s die relevant zijn voor Vion. Dat zijn er in totaal 14: 7 sociale thema’s, 5 milieuthema’s en 2 economische thema’s. Om de materiële thema’s vast te stellen, heeft Vion een materialiteitsanalyse uitgevoerd, zie Figuur 1.11.

Figuur 1.11 - De Materialiteitsmatrix van Vion. Bron: MVO Rapport Vion Food group 2021.

De negen thema’s die in de rechterbovenhoek van de materialiteitsmatrix staan zijn de belangrijkste materiële thema’s voor Vion en haar stakeholders. Van deze negen thema’s waarbij Vion streeft de negatieve impact te minimaliseren of de positieve impact te vergroten, zijn volgens Vion de volgende zes thema’s het meest cruciaal voor het dagelijkse succes van het bedrijf:

  • Voedselveiligheid
  • Dierenwelzijn
  • Werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden
  • Milieuvriendelijke veehouderij
  • Traceerbaarheid en productintegriteit
  • Eerlijke prijzen

Verkleinen Carbon Footprint van varkensvlees

Voor Vion is het een belangrijke vraag hoe hoog de CO2-footprint (CFP) van varkensvlees is en hoe de toeleveranciers van Vion, dus de varkenshouders, kunnen bijdragen aan verkleining van de CO2-footprint. In de varkenshouderij is de vraag belangrijk hoe de berekening geautomatiseerd zou kunnen worden. Van grote invloed daarbij is hoe varkenshouders staan ten opzichte van data, duurzaamheid en een dashboard waarop de CFP weergegeven kan worden.

Binnen het project Duurzaam Vlees, Natuurlijk! is er in opdracht van Vion een inventarisatie gemaakt welke data vanuit varkenshouders nodig zijn om de CFP te berekenen. Relevante databronnen hebben betrekking op diergegevens, voergegevens, energiegegevens en mestgegevens. Het merendeel van deze data is digitaal beschikbaar, maar er zijn ook nog enkele knelpunten met betrekking tot het beschikbaar stellen van de benodigde data. Zo zijn nog niet alle databronnen digitaal, is de data soms lastig te achterhalen doordat een bedrijf meerdere bedrijfstakken kan hebben en is het niet altijd duidelijk of de gevraagde data voor de CFP ook daadwerkelijk door de dataleveranciers verstrekt kunnen worden.

Ten tweede is van belang wat de mening van varkenshouders is ten opzichte van het registreren en delen van data. Varkenshouders hebben behoefte aan digitalisering met betrekking tot de registratie van data; dit maakt het overzichtelijker en zorgt er ook voor dat er minder fouten worden gemaakt bij het invoeren van data. Ook hebben varkenshouders over het algemeen geen moeite met het delen van hun data met externe partijen, mits het duidelijk is voor wie de data bestemd is en wat er met de data gedaan gaat worden. Tevens willen varkenshouders er iets voor terug krijgen als ze data beschikbaar stellen aan externe partijen. Dit hoeft niet direct een financiële tegemoetkoming te zijn maar moet uiteindelijk wel positief zijn voor het bedrijfsresultaat.

Varkenshouders geven aan behoefte te hebben aan de CFP-berekening, maar vinden dit niet het belangrijkste duurzaamheidsaspect. Onder duurzaamheid verstaan de varkenshouders vooral aspecten zoals efficiënte productie, geen verspilling en een lagere impact op het milieu. Varkenshouders geven aan dat duurzaamheid belangrijk is, maar het moet wel financieel haalbaar zijn. Het verdienmodel van het bedrijf moet leidend blijven. Specifiek geven varkenshouders aan energieneutraliteit, voerefficiëntie en verantwoord medicijngebruik belangrijk te vinden. De concrete ambities op het gebied van duurzaamheid liggen voornamelijk bij installatie van zonnepanelen en de verplichte duurzaamheidsinvesteringen zoals luchtwassers. 

In het onderzoek van Vion is ook gevraagd of de dataterugkoppeling kan plaatsvinden via een dashboard. Momenteel maken varkenshouders nog geen gebruik van een dergelijk duurzaamheidsdashboard. Wel hebben zij een app waarin ze de resultaten met betrekking tot zonnepanelen kunnen inzien (indien van toepassing). Varkenshouders geven wel aan dat ze het belangrijk vinden dat als duurzaamheidsaspecten in het dashboard terugkomen, deze moeten overeenkomen met de materialiteitsmatrix van Vion. Tenslotte geven de varkenshouders aan dat het dashboard vooral overzichtelijk moet zijn met een duidelijk gebruik van kleuren (rood – groen – oranje) en niet te veel cijfers. Het beschikbaar maken van het dashboard via een app is ook gewenst.

ABN Amro: sterke positie varkenssector door lage CO2-voetafdruk

Verlaging van de CO2-voetafdruik met nog eens 30 procent is mogelijk, berekende ABN Amro in het rapport 'Het varken als het ultieme kringloopdier'. De investeringen die dat vraagt zijn het beste terug te verdienen via transparante, vraaggestuurde concepten. 'Het is een route om een robuuster inkomen te halen', zegt Pierre Berntsen van ABN Amro.

Naast dierenwelzijn groeit de aandacht van de consument voor milieu en klimaat, staat in het rapport dat 1 februari 2022 verscheen. 'Juist daar heeft het varken een sterk punt. Het is een dier dat uitstekend past in de beoogde kringlooplandbouw', zegt de directeur Agrarische Bedrijven bij ABN Amro. De bank becijferde dat gemiddeld 47 procent van het voer van Nederlandse varkens bestaat uit rest- en nevenproducten van de voedingsmiddelenindustrie.

Tot het moment van leveren komt 75 procent van de voetafdruk van varkens voor rekening van het voer. Door het hoge gebruik van restproducten en de efficiëntie van de Nederlandse varkenshouderij ligt de gemiddelde CO2-voetafdruk op 3,74 kilo CO2 per kilo levend gewicht op het moment dat een varken het bedrijf verlaat, berekende Blonk Consultants in opdracht van ABN Amro. Nederland behoort daarmee tot een van de landen met de laagste voetafdruk van de wereld. Van de 3,74 kilo CO2 is ruim 28 procent een gevolg van veranderd landgebruik, Land Use Change (LUC), met soja als belangrijkste oorzaak.

ABN Amro acht een verdere verlaging van de CO2-voetafdruk met nog eens 30 procent mogelijk. Als mogelijkheden daarvoor worden genoemd: het gebruik van nog meer reststromen, dagontmesting, groene energie en het gebruik van voeders met een lage LUC. 'Daar zit nog veel ruimte', geeft Berntsen aan. 'We hebben in Nederland een enorme levensmiddelenindustrie. Dat is een sterk punt.' Worden voer- en mestmaatregelen gecombineerd, dan is een CO2-voetafdruk van 2,44 kilo per kilo levend gewicht haalbaar.

Groei van concepten

Het aandeel in Nederland geproduceerd varkensvlees dat onderdeel is van vleesconcepten, zoals het Beter Leven-keurmerk, is nu bijna 30 procent. ABN Amro verwacht een verdere groei in concepten. Om relevant te blijven in een krimpende markt met veel maatschappelijke druk, adviseert de bank varkenshouders om goed te kijken naar de positie in de keten, het onderscheidend vermogen en het verdienmodel.

De behoefte aan vleesconcepten neemt toe, is Berntsens overtuiging. Zijn advies is eerst te denken in ketens en concepten en vervolgens daaraan een gerichte marktbediening te koppelen. Dat kan bijvoorbeeld een lage CO2-voetafdruk zijn, lange staarten, lokale productie, een extra lekkere smaak of een combinatie van duurzaamheidskenmerken.

Berntsen: 'Het gaat erom een robuuster inkomen te halen. Door meerwaarde te creëren of een markt te zoeken waarop je de voorwaarden waaraan je toch al moet voldoen tot waarde kunt brengen, bijvoorbeeld in het buitenland.' Verder merkt ABN Amro op dat leveranciersverenigingen of producentenorganisaties kunnen helpen om gezamenlijke belangen te behartigen en specificaties en condities af te stemmen. Zowel voor varkenshouders die zich aansluiten bij een concept als voor degenen die dat niet doen.

Berntsen: 'De opgave voor de sector is om gepaste volumes te produceren voor interessante markten met specifieke wensen. Dat lukt het beste in transparante en vraaggestuurde ketens, die zich niet alleen focussen op prijs, maar op een breder palet aan specificaties. In de tussentijd dient de overheid varkenshouders te ondersteunen die investeren in emissiereductie of energieopwekking, want innovatie is dé sleutel voor duurzame groei.'

Bron: Nieuwe Oogst, 1 februari 2022; (ingekort, het volledige artikel is hier te lezen)

  • Geen labels