Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 6 Volgende »

In Nederland is in diverse wetten opgenomen dat een dier ‘intrinsieke waarde’ heeft. Dat wil zeggen dat het dier een eigen waarde heeft los van de waarde en functie die het voor de mens heeft. De overheid stelt minimumeisen aan hoe dieren gehouden moeten worden.

afbeelding

Vanaf 2013 moet een veehouder zeugen in groepen houden
© Wageningen UR Livestock Research


Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD)

In 1992 werd de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) aangenomen. Uitgangspunt van deze wet is dat er geen handelingen met dieren verricht mogen worden, tenzij in de wet staat dat het wel mag. Dit wordt het 'nee, tenzij'- principe genoemd. De GWWD geldt voor alle dieren die door mensen worden gehouden.
In de GWWD staat onder andere dat het verboden is:

  • bij een dier onnodig pijn of letsel te veroorzaken, of zijn gezondheid of welzijn aan te tasten;
  • een dier de nodige verzorging te onthouden;
  • ingrepen te plegen bij dieren (tenzij anders in de wet staat); 
  • dieren als prijs, beloning of gift uit te reiken. 

Verder zijn er regels voor onder meer de huisvesting van dieren (voor een aantal diersoorten), het slachten van dieren en het vervoeren van dieren.


afbeelding

Er zijn regels voor het transport van dieren
© Wageningen UR Livestock Research

Nieuwe Wet dieren

Op 1 januari 2013 zal waarschijnlijk een nieuwe wet in werking treden: de Wet dieren. In de Wet dieren wordt een aantal wetten, waaronder de GWWD, samengebracht om de oude regelgeving te vereenvoudigen, te vernieuwen en te verbeteren. In de nieuwe wet staat de verhouding tussen dier en mens centraal. Ook worden dieren beschermd die niet worden gehouden. Onder andere door het verbod op dierenmishandeling en de verplichting om hulpbehoevende dieren zorg te verlenen. In principe wordt het houden van dieren verboden, tenzij ze op een lijst staan, de zogeheten ´positieflijst´. Dieren die niet geschikt zijn om te houden, kunnen worden verboden als huisdier. Ze worden dan niet op de positieflijst geplaatst. De positieflijst is in eerste instantie alleen voor zoogdieren.


afbeelding

Ook het gebruik van diergeneesmiddelen is bij wet geregeld

Andere belangrijke wetten

Voor proefdieren geldt in Nederland de Wet op de dierproeven. Universiteiten en onderzoekscentra van het bedrijfsleven doen de meeste dierproeven. Daar is altijd een vergunning voor nodig. Het is sinds 2003 in Nederland verboden om proeven op mensapen zoals chimpansees en gorilla’s te doen. Testen van make-up op dieren is ook verboden. Een ethische commissie toetst vooraf altijd dierproeven en waar mogelijk moeten de drie V’s (vervanging, vermindering en verfijning) worden toegepast. Daarnaast is in Nederland de Flora- en faunawet van kracht. Hierin zijn regels opgenomen voor het welzijn van in het wild levende dieren, zoals regels voor de jacht, de toegestane jachtmiddelen en schadebestrijding.


afbeelding

De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) controleert of regels worden nageleefd

  • Geen labels