Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 9 Volgende »

Gewas: Malus en diverse gewassen o.a. Cotoneaster, Crataegus, Pyrus


Wetenschappelijke naam: Eriosoma lanigerum

Groep: Insecten

 

 
Zware besmetting van oude appelboom, foto EPPO, Carlos Coutinho
Aantasting bij lijsterbes 
 

Detail aantasting         Zware bezetting van oude appel (Golden delicious), foto EPPO, Carlos Coutinho)


Infectie op appelboom, foto EPPO Carlos Coutinho


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Appelbloedluis leeft in grote luizenkolonies op stammen en takken, overdekt met een witte, wollige wasafscheiding, maar kan ook op wortels van de waardplant overwinteren. De volwassen dieren worden ongeveer 1,8 millimeter lang en zijn  roodbruin van kleur. De sifons zijn zeer kort en bijna niet te zien. Bij wegstrijken zie je een bloedrode kleur.

Bij zware bovengrondse aantasting ontstaat galvorming en houtige uitgroeisels, zogenoemde bloedluiskanker. In geval van zware aantasting ondergronds kunnen wortels afsterven met achterblijvende groei tot gevolg. Jonge bomen kunnen zelfs afsterven.

Appelbloedluis kan ook leiden tot honingdauw op de vruchten.

Levenswijze

De luizen overwinteren als larven op beschutte plaatsen op de stam en takken en onder de grond op de wortels. Vanaf eind maart worden ze weer actief en ontstaat de witte wasafscheiding. Ze planten zich voort zonder bevruchting met levende jongen. Per jaar kunnen er 8 - 12 generaties ontstaan. In het najaar ontstaan gevleugelde luizen. De verspreiding vindt ook plaats doordat de luizen via wasdraden met de wind worden meegevoerd.

Op de aangetaste plaatsen ontstaan knobbelvormige verdikkingen, men noemt dit bloedluiskanker. Bomen en struiken worden in de groei geremd en op de plekken kan een secundaire aantasting van bijvoorbeeld kanker plaatsvinden..

Maatregelen
  • Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken
  • ­Zorgen voor goede groeiomstandigheden
  • Met een koude waterstraal de luizen van het hout spuiten
  • Het inzetten en/of stimuleren van natuurlijke vijanden zoals: sluipwespen, zweefvliegen, lieveheersbeestjes en oorwormen
  • Chemische bestrijding volgens geldende regelgeving






  • Geen labels