Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

You are viewing an old version of this content. View the current version.

Vergelijk met huidige View Version History

« Vorige Versie 3 Volgende »

De levensgeschiedenis van een dier start met het samensmelten van de eicel en de spermacel: de conceptie. Wat er gebeurd is met deze twee cellen voor de conceptie heeft een invloed op hun kwaliteit en dus op de startcondities van het dier. De volgende belangrijke fase is die van de ontwikkeling in de embryonale en foetale fase tot de geboorte van het dier. In zoogdieren vindt dit deel van de ontwikkeling plaats in de baarmoeder en de moeder heeft daarin meer of mindere mate een continue invloed. Bij vogels vindt de ontwikkeling plaats in het ei en de moeder beïnvloedt de samenstelling van de dooier en het eiwit. Gedurende deze vroege ontwikkeling tot de geboorte ondervindt het dier verschillende ontwikkelingsfasen: periodes waarin bepaalde onderdelen van het lichaam zich ontwikkelen. Deze fasen zie je op vaste tijdstippen. Nadat deze periode voorbij is, is ontwikkeling van dat onderdeel niet meer mogelijk. De ontwikkeling hangt af van de erfelijke aanleg van het dier, maar ook van de omgeving. Als die niet goed is, zal de ontwikkeling suboptimaal zijn.

  • Geen labels