Deze wiki is in aanbouw. Het is nu nog enkel bedoeld voor gebruik in de praktijkpilots van het onderzoeksproject. In de komende maanden zullen geregeld updates plaatsvinden door middel van het toevoegen van KPI’s, sectoren en informatie per KPI. Het doel is om op termijn een jaarlijkse update te geven. De informatie voor paragraaf 10.2 en 10.3 volgt later dit jaar.
KPI stuurt op
Er spelen veel opgaven in het landelijk gebied waarbij waterkwantiteit een belangrijke rol speelt. Het kan gaan om te veel (overlast) of te weinig water (droogte). Verschillende functies in het landelijk gebied concurreren om het beschikbare water en om de ideale grondwaterstand of oppervlaktewaterpeil. Bij de wateropgaven in het landelijk gebied speelt verandering van het klimaat een steeds grotere rol. Drogere zomers en langere droge perioden, nattere winters en meer piekbuien is het toekomstscenario voor Nederland. Daardoor moeten er opnieuw afwegingen gemaakt worden tussen het risico op droogteschade versus een groter risico op natschade. Boeren hebben water nodig voor de groei van de gewassen en hebben daardoor invloed op het watersysteem. De KPI meet in hoeverre het bedrijf beslag legt op het watersysteem door het waterverbruik van de gewassen.
Relevante sectoren | |
Definitie KPI
Waterbalans van een bedrijf uitgedrukt door het watergebruik per gewas. De KPI stuurt op zuinig watergebruik door de keuze van gewassen in een rotatie per bedrijf en het beperken van irrigatie. Hierbij wordt rekening gehouden met bodemtype, de grondwatertrappen en verdeling van de watervraag (irrigatie (‘blauw’) en natuurlijke neerslag (‘groen’)).
Status KPI
Sector | Status KPI |
---|---|
Uitgebreide definitie
Een bedrijf kan bijdragen aan het waterbeheer door het beperken van de watervraag in droge perioden en door het beperken van de afvoer in natte perioden. Beperken van de watervraag kan door water vast te houden, door gewassen te telen die minder droogtegevoelig zijn of door selectief en efficiënt te beregenen. Hier is het van belang om onderscheid te maken tussen groen water (natuurlijke neerslag) en blauw water (irrigatie vanuit grond- of oppervlaktewater). Vooral het verbruik van blauw water legt direct beslag op water voor concurrerende functies en is daarom extra belangrijk voor een KPI. Het verbruik van groen water (neerslag) is ook van belang, omdat het later (of indirect) kan leiden tot meer verbruik van blauw water via beregening. Anders gezegd, een gewas dat meer groen water verbruikt heeft eerder aanvulling vanuit beregening nodig.
De KPI waterkwantiteit geeft een vereenvoudigd beeld van de waterbalans van een bedrijf op basis van watergebruik per gewas. De score van deze waterbalans is op basis van de volgende input:
Bedrijfsareaal
Gewassen met bijbehorend areaal
Bodemtypen
Grondwatertrappen
Verdeling van de watervraag over irrigatie (‘blauw’) en natuurlijke neerslag (‘groen’)
(mogelijk) Waterconserverende maatregelen
De score voor de KPI waterkwantiteit is een areaalgewogen gemiddelde voor het hele bedrijf.
Openstaande onderzoeksvraag
Hoe wordt er rekening gehouden met weersafhankelijkheid om de KPI waterkwantiteit over de jaren heen robuust te maken? De waterbalans kan per jaar sterk verschillen.
Meer over deze KPI