Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

« Vorige Versie 8 Volgende »

Gewas: Sierteelt

Wetenschappelijke naam: divers, o.a. Edwardsiana rosae, Alnetoidea alneti, Graphocephala fennahi

Groep: Insecten

 

 

RozencicadeSchade aan roos


Klik op de afbeelding voor een vergroting.

© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

Herkenning

Wereldwijd bestaan er ongeveer 8500 cicade-soorten. Volwassen cicaden zijn slank en enkele millimeters groot. In rust bedekken de vleugels het insect als een dakje. Cicaden leven van plantensappen. En zuigen daarvoor aan bladeren, meestal aan de onderzijde. De leeggezogen cellen vullen zich met lucht en krijgen daardoor een witgrijze kleur.

De vlekjes doen denken aan voedingsstippen van mineervliegen. De stippen kunnen verspreid voorkomen, maar ook in strepen. Wanneer de cicaden worden gestoord of opzoek gaan naar nieuwe voedselbronnen springen de volwassen dieren vaak weg. In het Engels heten cicaden leafhoppers. Alle stadia (behalve het ei) zijn in staat zich snel over een blad voort te bewegen.

Bepaalde soorten kunnen schade geven doordat ze virussen overbrengen of doordat ze via hun speeksel tijdens het zuigen toxische stoffen in de plant brengen die misvormingen veroorzaken; kromtrekken van scheuten, bobbelig worden van bladeren en bloemen raken misvormd.

  • Rozencicade (Edwardsiana rosae) komt vooral voor op roos en roosachtigen.
  • Gele vruchtboomcicade (Alnetoidea alneti)
  • Rhododendroncicade (Graphocephala fennahi): relatief grote cicade (9 mm) die alleen voorkomt op Rhododendron; volwassen cicade is blauwgroen met groen en oranje strepen boven de vleugels.
Levenswijze

Cicaden doorlopen een eistadium, vijf nymfen stadia en het volwassen stadium.  De eieren zijn met het blote oog niet te zien. Ze worden in het bladweefsel van nerven en stelen afgezet. De nymfen lijken op de volwassen dieren alleen de vleugels ontbreken.

Droog en warm weer zijn bevorderlijk voor de ontwikkeling van een cicadenpopulatie.

Maatregelen
  • Insectengaas in de luchtramen voorkomt invlieg van buiten de kas. Met signaalplaten kunnen in een vroeg stadium cicaden in een kas worden vastgesteld.
  • Verwijderen van onkruiden en waardplanten van cicaden in en rond de kassen voorkomt de ontwikkeling van een cicaden populatie.
  • Biologische bestrijdingen van de snel bewegende stadia is moeilijk. De eieren kunnen worden geparasiteerd, maar eiparasieten zijn vaak zeer specialistisch gericht op één soort. Daarnaast zijn er predatoren (Macrolophus en Chrysoperla) die eieren eten.
  • Cicaden kunnen chemisch worden bestreden. Meer informatie over chemische gewasbeschermingsmiddelen is te vinden op de website van het College Toelating Bestrijdingsmiddelen en Biociden https://toelatingen.ctgb.nl/



  • Geen labels