Cicaden - druivencicade - rozencicade - spuugbeestje
Gewas:Â Sierteelt
Wetenschappelijke naam:Â Empoasca vitis, Edwardsiana rosae en Phiaenus spumarius
Groep:Â Insecten
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Â
Herkenning |
---|
Wereldwijd bestaan er ongeveer 8500 cicade-soorten. Cicaden leven van plantensappen. En zuigen daarvoor aan bladeren en soos ook aan vruchten (paprika). De leeggezogen cellen vullen zich met lucht en krijgen daardoor een witgrijze kleur. De vlekjes doen denken aan voedingsstippen van mineervliegen. De stippen kunnen verspreid voorkomen, maar ook in strepen. Wanneer de cicaden worden gestoord of opzoek gaan naar nieuwe voedselbronnen springen de volwassen dieren vaak weg. In het Engels heten cicaden leafhoppers. Alle stadia (behalve het ei) zijn in staat zich snel over een blad voort te bewegen. Bepaalde soorten kunnen schade geven doordat ze virussen overbrengen of doordat ze via hun speeksel tijdens het zuigen toxische stoffen in de plant brengen die misvormingen veroorzaken; kromtrekken van scheuten, bobbelig worden van bladeren en bloemen raken misvormd. De larven van de schuimcicaden (spuugbeestjes) scheiden schuim af om zich te beschermen tegen uitdrogen. De aanwezigheid hiervan heeft tot gevolg dat de sierwaarde van een gewas daalt (cosmetische schade).
|
Levenswijze |
---|
Cicaden doorlopen een eistadium, vijf nymfen stadia en het volwassen stadium. Volwassen cicaden zijn slank en enkele millimeters groot. In rust bedekken de vleugels het insect als een dakje. De eieren zijn met het blote oog niet te zien. Ze worden in het bladweefsel van nerven en stelen afgezet. De nymfen lijken op de volwassen dieren alleen de vleugels ontbreken. Droog en warm weer zijn bevorderlijk voor de ontwikkeling van een cicaden populatie. Phiaenus spumarius ( 6 mm lang)heeft één generatie per jaar en overwintert als ei onder de bast van diverse heesters. Edwardsiana rosae (3,5 mm lang) overwintert op dezelfde manier op roosachtige. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|
|
Â