3. Toepassingen van hernieuwbare brandstoffen in transport
- Tessa Jacobs
Analytics
De belangrijkste vorm van hernieuwbare energie in transport zijn biobrandstoffen. Per type transport zijn er andere overwegingen die in de volgende onderdelen verder toegelicht worden:
Het gebruik van biobrandstoffen in deze sectoren wordt gestimuleerd door beleid en subsidies. Nederlandse en Europese regelgeving vereisen een verplicht en toenemend gebruik van hernieuwbare brandstoffen. In december 2018 is een aanvulling op de Europese richtlijn voor hernieuwbare energie gepubliceerd, de REDII (Renewable Energy Directive). De REDII vult het kader aan voor de doelstellingen van het Europese energiebeleid dat de Europese Unie (EU) oplegt aan de lidstaten voor de periode 2022 tot 2030.
In Nederland ging in 2022 de aangepaste regelgeving Energie Vervoer in en werd de REDII uitgevoerd. Het belangrijkste instrument van dat beleid is de Jaarverplichting Hernieuwbare Energie Vervoer. Naast de REDII vinden we in de aangepaste jaarverplichting ook de doelen en kaders voor hernieuwbare brandstoffen uit het Klimaatakkoord terug.
In het Nederlands Klimaatakkoord (2019) is een ambitie afgesproken om in totaal 60 PJ hernieuwbare brandstoffen in 2030 in te zetten om de CO2-emissies in de nationale vervoerssector te reduceren. Ook is voor de binnenvaart een doel afgesproken van 5 PJ. De Nederlandse jaarverplichting geeft de leveranciers een jaarlijks oplopend verplicht doel. Leveranciers zullen in 2030 65 PJ aan hernieuwbare brandstoffen of hernieuwbare elektriciteit voor vervoer op de markt moet brengen.
Tegelijkertijd zijn doelstellingen voorgesteld voor het gebruik van hernieuwbare brandstoffen voor zowel de internationale scheepvaart en de luchtvaartindustrie. Het huidige voorstel van Nederland is om in 2030 14% hernieuwbare kerosine te mengen in vliegtuigen, wat ongeveer overeenkomt met ongeveer 700 duizend ton hernieuwbare kerosine. De ambitie is dat in 2050 alle in Nederland getankte kerosine duurzaam moet zijn, waarvoor de komende decennia grote hoeveelheden duurzame hernieuwbare brandstoffen zowel bio- als e-kerosine.[1]
De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft in 2023 besloten de netto-broeikasgasuitstoot van de zeescheepvaart tot nul te reduceren rond 2050.[2] Om dit doel te halen zullen naast meer efficiëntie ook hernieuwbare brandstoffen voor de zeevaart nodig zijn. De Europese Commissie heeft middels het ‘fit for 55’ programma[3] strengere maatregelen genomen om de scheepvaart sneller te verduurzamen. Er zijn nog geen verplichte doelen afgesproken voor het vergroenen of hergebruik van koolstof in de chemiesector. Dat deze gaan komen, lijkt echter onvermijdelijk.[4] Ondertussen zijn duurzame biobased grondstoffen zowel te gebruiken in hoogwaardige toepassingen in materialen en in chemie, en in de vorm van hernieuwbare brandstoffen.
[1] Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (2020), Duurzaamheidskader biogrondstoffen. IENW/BSK-2020/199826.
[2] Klimaatneutrale zeescheepvaart in 2050 (pbl.nl)
[3] Fit for 55 - Het EU-plan voor een groene transitie - Consilium (europa.eu)
[4] Nederland pleit in Europa voor regels rondom duurzame koolstof chemische industrie | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl