/
4.3 Theorie van het bewaren, deel 2

4.3 Theorie van het bewaren, deel 2

Inleiding

Als je als teler 750 ton aardappelen bewaart, moet je weten dat slecht bewaren tot opbrengstverlies leidt. Opbrengstverlies door kwaliteitsverlies en door gewichtsverlies. Het gewichtsverlies door verkeerd ventileren ligt tussen de 4 en 10%. Dit is onafhankelijk van de prijs die je ervoor had kunnen krijgen. Je had dit opbrengstverlies kunnen voorkomen door het vochtverlies van de aardappel te beperken. Maar wanneer bewaar je de aardappelen nu goed, en heb je daar een mechanische koeling voor nodig?

Video: Bewaring: theorie 2

 

Vragen

1. Hoeveel indroging heb je reëel gezien over een bewaarperiode van een half jaar bij:

- consumptieaardappelen;

- zaaiuien;

- pootaardappelen?



2. Stel dat van alle drie de producten 500 ton in opslag is. Wat is bij een slechtere bewaring dan het verlies in kilogram per product?



3. Hoeveel geld kost een slechte bewaring als je rekent met de huidige marktprijzen (geen kwaliteitsverlies meegenomen)?



4. Welke conclusie kun je uit bovenstaande vragen en antwoorden trekken?



5. Gewichtsverlies wordt voor 10 tot 25% veroorzaakt door de normale basisademhaling/-verbranding van de aardappel.

5.a Wat betekent dit?

5.b Waardoor ontstaat de rest van het gewichtsverlies?



6. Waarom hebben gespruite aardappelen veel gewichtsverlies? Noem twee oorzaken.



7. Noem vier andere oorzaken die tijdens de verwerking of bewaring gewichtsverlies geven.



8. Een ventilator moet voldoende lucht door het product kunnen blazen. In de video hoor je vier argumenten waarom dit zou moeten. Noem deze vier argumenten.



9.a Leg het diagram van Mollier uit.

9.b Wanneer is buitenlucht drogend en wanneer juist niet?