Uien
- Precisielandbouw OT
Welke technieken
Bij de teelt van uien kunnen de brander, vingerwieder, schoffel met GPS en wiedeg ingezet worden. Ook zijn er vaak tussen de 100-200 handwieduren nodig om de onkruiden voldoende te kunnen beheersen. Om deze intensieve handenarbeid terug te dringen kan er voor gekozen worden om de onkruiden machinaal weg te branden. Dit branden kost na opkomst wel 15% procent aan opbrengst dus hier moet bij het zaaiplan rekening mee gehouden worden. Verder kan het branden na opkomst ook zorgen dat de uien teruggezet worden in groei. Daarnaast kan er in de uienteelt gebruik worden gemaakt van schoffelen met GPS. Indien gewenst kunnen drie van de vier schoffelbewerkingen ook vervangen worden door de vingerwieder.
Wanneer
Het branden van de onkruiden kan zowel voor de opkomst als na de opkomst plaats vinden. Op het moment dat meer dan 30% van de uien is ontkiemd, is branden niet meer mogelijk omdat dit tot teveel gewasschade leidt. Na de opkomst volgen eerst het kramstadium en het vlagbladstadium. Tijdens deze stadia zijn de uienplantjes te fragiel voor enige vorm van mechanische bewerking. Als het eerste pijpje is gevormd van tenminste 3 cm, is bewerking met bijvoorbeeld een schoffel en gps of een wiedeg weer mogelijk. Bij iets grotere plantjes van 6 tot 8 cm kan de vingerwieder ook worden ingezet. Tijdens het vierbladstadium en de bolvorming kunnen de vingerwieder, schoffel en de wiedeg gebruikt worden. Schoffelen is soms nog mogelijk vlak voor het strijken maar dit hangt af van de rijafstand. Tegen het einde van de teelt kunnen de resterende onkruiden met de hand gewied of afgemaaid worden.
Welke instellingen