Aardappel
Welke technieken
Bij de teelt van aardappelen wordt er in de mechanische onkruidbestrijding onderscheid gemaakt tussen pootaardappelen op klei en consumptieaardappelen op zand. Pootaardappelen worden opgefreesd, (verlaat aangeaard) één keer per jaar geegd en geschoffeld. Na het schoffelen worden ze weer aangeaard. Een alternatief voor het afeggen van ruggen is het gebruik van vingerwieders. De combinatie van schoffelen en aanaarden kan ook vervangen worden door de Ecoridger. Dit is een grote landbouwmachine die na het schoffelen de rug ook weer kan ophogen.
In consumptieaardappelen op zand wordt standaard twee keer geëgd vervolgens wordt twee maal aanaardend geschoffeld. Tot slot worden de ruggen aangeaard. Ook bij deze aardappelteelt op zand kan het aanaarden schoffelen vervangen worden door de vingerwieder.
Wanneer
Het moment waarop de mechanische onkruidbestrijding ingezet kan worden hangt af van de grootte van het gewas. Het opfrezen van de ruggen kan het beste vlak voor de opkomst plaatsvinden. Als hier te lang mee wordt gewacht en de aardappels groter zijn dan 3 cm, kan er groeivertraging optreden en kunnen er scheuren ontstaan in de rug. Deze scheuren kunnen leiden tot groene aardappels.
Vingerwieders kunnen worden ingezet vanaf het moment dat de aardappelplanten 10 cm hoog zijn. Op dat moment kunnen ze ook een eerste keer worden aangeaard. Als de aardappels verder ontwikkeld zijn kan de Ecoridger ingezet worden.
Het eggen kan het beste plaatsvinden op het moment dat de aardappelplanten de 1e etage hebben gevormd. Bij grotere aardappelplanten is eggen nog steeds mogelijk, maar deze behandeling brengt wel meer risico op loofbeschadiging met zich mee. In deze grotere aardappelplanten, met 2 tot 4 etages, kan wel zonder risico voor de 2e keer worden aangeaard.
Aan het einde van de aardappelteelt kunnen overgebleven onkruiden tussen de aardappels afgemaaid of handmatig verwijderd worden.
Welke instellingen
Ecoridger