Spotspray

Spot sprayen is het nauwkeurig bespuiten van onkruid. Het onkruid wordt van het gewas onderscheiden met behulp van camera’s en een algoritme dat getraind is om dit bepaalde gewas en onkruid te herkennen. Op deze manier wordt alleen het onkruid, een bepaalde onkruid, of haarden van onkruiden bespoten. Hierdoor kan bij een niet te hoge onkruiddruk veel bespaard worden op spuitmiddelen. Bij een hoge onkruiddruk zal het echter op een volveldse bespuiting uitkomen.

Open

Hoe werkt het:

Bij spot sprayen worden secties op een spuitboom aangestuurd om plaats specifiek middelen toe te dienen. Bij conventionele spuitmachines wordt gebruik gemaakt van automatische sectieafsluiting om secties op de juiste plek open te zetten. Hiermee kunnen bijv. haarden van onkruiden bespoten worden. Vaak hebben deze spuiten secties van 3m breed die afzonderlijk aangestuurd (aan/uit) kunnen worden. Er zijn ook modernere spuiten die van PWM-systemen voorzien zijn. PWM staat voor Pulse Width Modulation. Hierbij kan op individueel dopniveau de dosering gestuurd worden. Daarmee kan middel toegepast worden op 25 tot 50 cm breed om bijvoorbeeld individuele aardappelopslagplanten of ridderzuring planten in een veld aan te pakken. Hoe kleiner de dopafstand, des te nauwkeuriger er gespoten kan worden. Verdant Robotics heeft zelfs een nieuw microdoseer systeem die 1-4cm plantjes individueel kan bespuiten.

Open

De donkere vlekken tonen bespuitingen van onkruiden met een spot sprayer met kleine dopafstand.

Om te kunnen spot sprayen zijn naast een spuitmachine ook data nodig om plaats specifiek te kunnen spuiten. Deze data kan op twee manieren gemaakt worden: met een taakkaart of met real-time sensor data.

Een taakkaart wordt van tevoren gemaakt. Hierbij herkent een herkenningsalgoritme (AI) op een satellietbeeld of dronebeeld van het perceel onkruidplanten of onkruidhaarden. Rondom de onkruidplanten of -haarden komt een grens te staan die wordt omgezet in een taakkaart.

Daarnaast kan een taakkaart gemaakt worden voor toepassing van bodemherbicide op basis van bodemscans (gehaltes van organische stof en klei). Met behulp van GPS weet de machine waar die zich bevindt in een veld, die locatie wordt vergeleken met de taakkaart om te bepalen of (en met welke doppen) er gespoten moet worden.

Met real-time sensor data wordt (vaak) een camera gebruikt om tijdens de bespuiting direct te meten en te spuiten. Een camera maakt continu afbeeldingen van het gewas. Een herkenningsalgoritme herkent vervolgens de onkruidplanten of – haarden op de afbeeldingen en berekent vervolgens welke secties of doppen aan moeten gaan.

Met spotsprayen wordt veel spuitmiddel bespaard. De hoeveelheid besparing hangt af van het gewas en de onkruiddruk. Verder claimt elk merk een andere hoeveelheid besparing. John Deere zegt meer dan 2/3 te besparen, Ecorobotix zegt tot 95% en Agrifac claimt ongeveer 90% reductie en dat één tank voldoende is om 1000 ha in één dag doen. De tankcapaciteit verschilt per merk.

De besparing hangt in grote mate af van de onkruiddruk en de mate van precisie waarmee gespoten wordt, blijkt uit modelberekeningen in https://doi.org/10.18174/656686. Bij een lage onkruiddruk in een uienperceel komt de besparing (ten opzichte van een volvelds toepassing) uit op 28.8% bij een veldspuit met 25 cm dopafstand, en 92% voor een spotsprayer met 6 cm dopafstand. Bij een grotere onkruiddruk daalt deze besparing echter tot 28,5%.