Met GPS kan de spuitboom of delen ervan automatisch in- en uitgeschakeld worden. Het doel hiervan is het besparen van meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen waarbij er nauwkeurig gewerkt wordt met minimale inspanning

Mogelijkheden

De mogelijkheden van sectie aansturing zijn

• Tijdbesparing en arbeidsverlichting;

• Besparing van middelen tot wel 15%, door minder overlap (Consilion, 2012);

• Minder schade aan het gewas door overlap;

• Mindere belasting van het milieu.

Werking

De percelen in Nederland zijn relatief klein en onregelmatig van vorm. Daarnaast worden de machines in de landbouw steeds groter. Grote werkbreedtes worden veel ingezet, soms tot wel 54 meter. Het is daarom lastig te zien waar men spuit en wanneer men overlapt tijdens het spuiten. Spuitbomen bestaan uit meerdere secties die onafhankelijk van elkaar in- en uitgeschakeld kunnen worden. Een sectie is over het algemeen drie meter breed en bestaat uit meerdere spuitdoppen (meestal 6 spuitdoppen). Bij conventionele technieken worden de secties vaak op het zicht aangestuurd. Bij een geer of kopakker schakelt de chauffeur de secties zelf in en uit. Met behulp van GPS- plaatsbepaling (minimaal DGPS) en informatie over de sectieverdeling van de spuit is het mogelijk om met bepaalde software de secties onafhankelijk van elkaar automatisch aan te sturen. Dit heet sectie aansturing of sectiecontrol. Doordat de plaats van de veldspuit en daarmee de secties bekend zijn is het mogelijk te achterhalen waar het gewas al wel of niet gespoten is. Hierdoor is het mogelijk te bepalen wanneer overlap optreedt. Door geosoftware te koppelen aan de veldspuit is het mogelijk secties in en uit te schakelen zodra overlap optreedt of overlap beëindigd wordt. Dit is weergegeven in Figuur 1 (Borne, 2012) (Agrometius, 2012).

Figuur 1 Sectiecontrol in het veld (Bron: Consilion, 2012) Open

Deze toepassing draait op onder andere Müller, Raven, TeeJet, Trimble en John Deere spuitcomputers (Borne, 2012). Het is ook mogelijk om bij deze spuitcomputers taakkaarten in te voeren. Hiermee kan aangegeven worden waar binnen het perceel wel of niet gespoten mag worden.

De fijninstelling van het systeem kan tijdens het werk bij gesteld worden door de reactietijd van de sectiekranen met de automatische rijsnelheidscompensatie aan te passen. Daarnaast kunt u instellen hoeveel overlap er maximaal en minimaal gewenst is (Consilion, 2012).