Afkalfsensor
De afkalfsensor meet de vaginale temperatuur. Schommelingen in de temperatuur bepalen het afkalfmoment. Bij het moment van afkalven kan de ondernemer tijdig bijspringen om de kans op postnatale sterfte te minimaliseren. Pasgeboren kalveren kunnen zo tijdig worden gecontroleerd en verzorgd.
De afkalfsensor wordt een week voor de verwachte afkalfdatum vaginaal ingebracht. De data van de thermometer wordt continue doorgegeven aan het basisstation, dit kan tot een afstand van ruim 200 meter.
12 tot 24 uur voor het kalven gaat de temperatuur een halve tot één graad naar beneden. Op basis van deze schommeling wordt het afkalfmoment bepaald.
Als de koe daadwerkelijk gaat afkalven, stoot de waterblaas de thermometer naar buiten. De temperatuur buiten de koe wordt dan geregistreerd, een grote schommeling in temperatuur vindt dan plaats. De ondernemer ontvangt dan een melding dat de koe aan het afkalven is.