/
2.3 - Opdrachten en overwegingsvragen

2.3 - Opdrachten en overwegingsvragen

Vragen, Schrijven, Who, Wat, Hoe, Waarom

In dit hoofdstuk vind je een opdracht waar je met de klas mee aan de slag kunt. Ook lees je overwegingsvragen. Dit zijn vragen die je aan het denken zetten en je aanmoedigen om vanuit een ander perspectief te kijken. Lees eerst de overwegingsvragen voordat je aan de opdracht begint.

Overwegingsvragen

Bij familiebedrijven is wonen een extra aandachtspunt als de overdrager moeite heeft de bedrijfswoning en/of het ouderlijk huis te verlaten. In niet-familiebedrijven is dit mogelijk anders geregeld met woningen apart voor elk gezin. Weet dat het woonhuis een onverwacht struikelblok kan blijken. We bekijken het thema wonen hierna vanuit verschillende perspectieven.

Overdrager

  • Heb je nagedacht over de bedrijfswoning? Wie woont daar? En tot wanneer?

  • Weet je wat de overnemer hier van vindt? En de niet-overnemende familie? Vinden zij dat de bedrijfswoning hun 'thuis'  is?

  • Wat wil uw partner? Wat wil de partner van de overnemer? Ken je de wensen van de anderen?

  • Heb je gedacht aan een tweede bedrijfswoning op hetzelfde erf? Zie je voordelen? En nadelen? Wat doen we met de tweede bedrijfswoning wanneer de oudergeneratie overlijdt?

  • Wat verandert er als de overdrager de bedrijfswoning verlaat?

 

Overnemer/ opvolger

  • Heb je nagedacht over de bedrijfswoning? Wil jij daar wonen en vanaf wanneer?

  • Wat wil jouw partner?

  • Hoe verandert de situatie als de overdrager de bedrijfswoning verlaat en jij als overnemer daar gaat wonen?

  • Wat vind je van de bedrijfswoning? Blijft die zoals die nu is, of heb je grote verbouwingsplannen? Wat vinden de anderen daarvan?

  • Weet jij wat de niet-overnemende familieleden ervan vinden als jij in de bedrijfswoning gaat wonen?

 

Niet-overnemende familieleden

  • Voelt de bedrijfswoning, zolang de oude generatie daar woont, als jouw thuis? Verandert dit als de nieuwe generatie daar gaat wonen?

  • Heb jij er wel eens van gedroomd om in de bedrijfswoning te gaan wonen?

  • Heb jij behoefte aan ruimte op het familiebedrijf? Bijvoorbeeld een schuur of een plek waar jij jouw hobby kunt uitvoeren?

  • Kennen de andere familieleden jouw wensen? Praat je daar over?

 

Partner van de overdrager

  • Wil jij blijven wonen in de bedrijfswoning? Ben jij trots op het huis zoals het nu is?

  • Zie jij voordelen of juist nadelen om bij het bedrijf te blijven wonen?

  • Kun jij je voorstellen om niet meer in het buitengebied te wonen, maar midden in het dorp of de stad?

 

Partner van de overnemer

  • Wil jij wonen in de bedrijfswoning? Zijn hier voordelen aan verbonden? Of juist nadelen?

  • Vind jij het een bezwaar als de familie de woning blijft beschouwen als hun thuis (en bijv. nog steeds de sleutel hebben van de achterdeur)?

  • Vind jij het een bezwaar of juist leuk als jouw keukentafel van maandag t/m vrijdag gebruikt wordt als kantine?

  • Denk jij dat jij en de overnemer voldoende de balans tussen werk en privé houden als je in de bedrijfswoning woont?

  • Wat vind je van de bedrijfswoning zoals deze nu is? Zou je willen verbouwen?

 

Tip voor de adviseur: Bespreek met alle betrokkenen de voor- en nadelen van woonsituaties waar opvolger en overdrager samen of juist niet op het bedrijf blijven wonen. Stel het gesprek niet uit en leg de afspraken vast.

 

Opdracht

Het wonen en werken ligt bij heel veel agrarische bedrijven dicht bij elkaar. Het kan op verschillende manieren geregeld zijn. Zowel de plek van het huis (bij het bedrijf of in het dorp), als de verdeling van de kosten van het wonen (wordt er huur betaald, wie betaald de rekening voor gas, water en licht). Daarnaast is de behoefte aan privacy belangrijk om te weten.

  1. De groep gaat in kleinere groepjes van ca. 4 personen uit elkaar.

  2. De personen die thuis geen bedrijf hebben, krijgen een rol als gespreksleider of notulist. Verdeel de rollen.

    • Als gespreksleider stel je kritische vragen om een duidelijk beeld te krijgen. Geef iedereen het woord en stimuleer iedereen om te praten én te luisteren.

    • Als notulist maak je aantekeningen van het gesprek die je straks kort en bondig met de rest van de groep kunt delen.

    • Haal er voor jezelf ook informatie uit. Mogelijk kom je later als adviseur, medewerker of partner in een bedrijfsovername terecht. Het is goed een beeld te krijgen van wat er bij komt kijken. Als particulier een huis kopen is echt anders.

  3. Bespreek met elkaar hoe het wonen geregeld is op het bedrijf.

    • Wie woont waar?

    • Wie betaalt wat?

    • Wordt het huis gebruikt voor het bedrijf? (bijv. opslag spullen, als kantine etc.)

  4. Deel als notulist na afloop van het gesprek de uitkomsten met de rest van de groep.

  5. Welke verschillen zijn er boven tafel gekomen? Wat neem je persoonlijk hiervan mee?