Grond kan besmet zijn met ziekteverwekkers door overdracht via dierlijke mest (zie achtergrond GlobalGAP v6 richtlijnen over organische mest, onderdeel 1), beregeningswater (zie achtergrond GlobalGAP v6 richtlijnen over water, onderdeel 2), of wilde dieren (onderdeel 3.3 Overdracht van ziekteverwekkers via (wilde) dieren). Daarnaast kunnen ziekteverwekkers zich vermeerderen rondom plantenwortels [kader 7, rhizosfeer]. Om deze reden worden grond en gronddeeltjes die vasthecht zijn aan handen, machines en (oogst) materialen als potentiële besmettingsbronnen beschouwd. Dit geldt ook voor gronddeeltjes die tijdens teelt en oogst opspatten op het gewas terechtkomen. Gronddeeltjes kunnen na heftige regenbuien of beregening opspatten en op het gewas terechtkomen.
Algemeen
Inhoud
Integraties