3.3.3 - Nadenken over nieuwe verdienmodellen
Nog maar weinig boeren werken momenteel volledig natuurinclusief. Veel boeren willen wel stappen zetten, maar zien nog niet hoe ze dat financieel rond kunnen krijgen. De praktijk is toch dat er, in ieder geval op kortere termijn, veelal meerkosten zijn bij het omschakelen naar natuurinclusieve landbouw. Een inschatting van de meerkosten voor melkvee- en akkerbouwbedrijven is gemaakt door Beldman et al., 2019. De overgang naar een natuurinclusievere landbouw op grotere schaal is dan ook niet alleen een taak voor de boeren (Maij e.a., 2019), ook de overheid (met bijvoorbeeld passende regelgeving en financiering) heeft een verantwoordelijkheid, evenals de keten (de verwerkende industrie, de retail, de consumenten en de banken).
De vraag is daarom of natuurinclusieve landbouw op de langere termijn een goed verdienmodel kan opleveren. Dit kan voor de verschillende sectoren verschillend uitpakken. Vanuit Wageningen Plant Research in Lelystad wordt gewerkt aan natuurinclusieve akkerbouw dat op zichzelf rendabel moet zijn, met name door verbeterde bodemvruchtbaarheid en verminderde kwetsbaarheid ten aanzien van plaagdieren (via functionele agrobiodiversiteit en diversificatie van de gewassen). In de natuurinclusieve melkveehouderij wordt - naast terugdringen van kosten voor inputs en de dierenarts - over het algemeen meer gekeken naar mogelijkheden voor aanvullende beloningen via de markt of de overheid. Denk aan weidevogelmelk en agrarisch natuurbeheer. En wie betaalt de investeringen op korte termijn, in de overgangsperiode? Er worden bijvoorbeeld projecten gefinancierd via het Nationaal Groenfonds. Een onderscheid tussen korte en langere termijn is dus relevant.
De volgende vragen zijn relevant:
Wie betaalt? Klant, overheid, ander bedrijf etc.
Wat wordt betaald? Geld, voldoening, werkplezier, mooie werk-woonomgeving etc.
Waarvoor wordt betaald? Product, dienst, wijze van productie, mooie omgeving etc.
Op welke wijze wordt betaald? Direct via de markt of indirect via bijvoorbeeld kortingen? Of wordt er betaald in de vorm van een samenwerkingsverband?
Hoe wordt er betaald? Wordt er betaald per eenheid product of per hectare? Via de veiling of via een contract? In geld of in natura?
Om aanvullende beloningen, al dan niet via de markt, te verantwoorden kan het belangrijk zijn om aan te tonen dat een bedrijf daadwerkelijk bovenwettelijke maatregelen treft om de natuur te beschermen. Hiervoor kunnen zogenaamde Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) gebruikt worden. Een bedrijf kan dan punten scoren op basis van een breed pakket aan maatregelen. De biodiversiteitsmonitor is een voorbeeld van een systeem om door middel van KPI’s te meten hoe goed een bedrijf scoort voor wat betreft biodiversiteit op het eigen bedrijf en de invloed van het bedrijf op de omgeving. Voor de melkveehouderij zijn er KPI’s voor bijvoorbeeld het aandeel blijvend grasland, het doorzaaien van klaver en het uitstellen van de eerste maaisnede.