-
Akkerdistel —
De akkerdistel is een overblijvende plant tot een hoogte van meer dan 1 m. De planten hebben ongevleugelde, meestal bochtige stengels.
-
Akkerkool —
De akkerkool is een slanke plant met bloemen die lijken op de paardebloem.
-
Akkermelkdistel —
De overblijvende akkermelkdistel heeft een doffe, blauwgroene kleur en bereikt een hoogte van 100 cm tot 150 cm. de gehele plant bevat wit melksap.
-
Ambrosia —
In Nederland komen drie ambrosiasoorten voor: alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia L.), zandambrosia (Ambrosia psilostachya) en driedelige ambrisia (Ambrosia trifida).
-
Biggenkruid —
Deze overblijvende tot 50 cm hoge plant heeft een rechtop staande stengel met bloeiwijze. De bloeistengel is vertakt, de bloemen zijn zo groot als paardebloemen.
-
Bijvoet —
Overblijvende plant tot 150 cm hoogte met onaangenaam geurende bladeren en bloemen. De stengels zijn opstaand, erg taai, rood aangelopen en dicht bebladerd.
-
Boerenwormkruid —
Het boerenwormkruid is overblijvende plant van meer dan 1 m hoogte. Meestal een sterk bossige plant met een sterk aromatische geur en een kruipende wortelstok.
-
Canadese fijnstraal —
De Canadese fijnstraal is éénjarige of tweejarige plant van ongeveer 1 m hoog. De opgaande stengel is dicht bebladerd met enkelvoudige bladeren.
-
Duizendblad —
Overblijvende plant tot 50 cm hoog met rechtop staande stengels die bij de bloeiwijze sterk vertakt zijn. De plant heeft een sterke aromatische geur.
-
Echte kamille —
Eénjarige plant tot 50 cm hoogte met geurende bladeren en bloemen. De bloemen lijken op margrieten.
-
Gekroesde melkdistel —
In het jeugdstadium is de plant te herkennen aan de ovaalronde, gave bladeren die een rozet vormen. De bladrand is bezet met stijve prikkende haren, waardoor de plant ruw aanvoelt.
-
Gele ganzenbloem —
De soort is eenjarig, bloeit van juni tot en met september en wordt 30 tot 60 cm hoog.
-
Gewone melkdistel —
De éénjarige melkdistel heeft een doffe, blauwgroene kleur en bereikt een hoogte van 80 cm tot 100 cm.
-
Herfstleeuwentand —
De herfstleeuwentand lijkt op de paardebloem, maar heeft een dunne vertakte stengel.
-
Jakobskruiskruid —
Een steeds vaker voorkomend onkruid in grasland is Jakobskruiskruid. Dit onkruid is giftig voor vee. In het onkruid zitten bepaalde stoffen (glycosiden) die leverbeschadiging kunnen veroorzaken.
-
Kaal knopkruid —
Eénjarige, vertakte plant tot 80 cm hoog. De stengel is bovenaan donzig behaard.
-
Klein hoefblad —
Deze overblijvende plant tot 20 cm hoog heeft een kruipende wortelstok en maakt veel uitlopers. De wortelstokken zijn onregelmatig van dikte.
-
Klein kruiskruid —
Eenjarige plant met veervormige, diep ingesneden, getande bladeren. De bladeren en stengel zijn enigszins vlezig.
-
Korenbloem —
Het is een slanke, vertakte plant tot 60 cm hoog. De bladeren zijn bijna kaal.
-
Madeliefje —
Het madeliefje is een overblijvende tot 15 cm hoge plant. De kleine lepel- tot spatelvormige bladeren staan in een rozet. De blaadjes zijn gekarteld tot gezaagd en grasgroen.
-
Moerasdroogbloem —
De moerasdroogbloem is een eenjarige, vertakte, witviltige plant van 5 tot 20 cm hoogte.
-
Muizenoor —
Deze soort is overblijvend en wordt 2 tot 30 cm. Ze bloeit van mei tot en met september.
-
Paardenbloem —
De paardenbloem is een zeer ingewikkelde soort. In Nederland komen naar schatting tientallen (70) soorten voor die zichzelf klonen.
-
Reukloze kamille —
De plantensoort kan zowel eenjarig als overblijvend voorkomen en wordt 10 tot 60 cm hoog.
-
Schijfkamille —
De eenjarige soort wordt 5 tot 30 cm hoog en bloeit van juni tot en met november.
-
Speerdistel —
De speerdistel is een 40 - 120 cm hoge, tweejarige plant met gevleugelde, scherpe stekels op stengels.
-
Valse kamille —
Deze soort is eenjarig, zelden overblijvend. Zij wordt 15 tot 45 cm hoog en bloeit van juni tot en met oktober.
-
Veerdelig tandzaad —
Eenjarige, vertakte plant tot 1 m hoog. De stengel heeft vaak een rode gloed.