...
De voornaamste concurrent van biologisch voedsel is het goedkope niet-biologische aanbod. Het hele voedselsysteem in Nederland (productie, verwerking, distributie/retail) is uiterst efficiënt en open voor de wereldmarkt. Dat betekent relatief lage prijzen en scherpe concurrentie tussen een beperkt aantal supermarktketens. Veel voedsel wordt via ‘acties’ aangeboden. Tegen dat kiloknaller-geweld is het moeilijk concurreren.
Er is een sterke opkomst van allerlei keurmerken die gaan over één of enkele aspecten van ‘duurzaam’ en ‘sociaal’. Zo is er het Beter leven - keurmerk, Fair Trade (eerder bekend als Max Havelaar) en Planet Proof (eerder bekend als Milieukeur). Nederland kent erg veel van dat soort keurmerken (meer dan 100) en hun aantal groet alleen maar. Veel consumenten zien door de bomen het bos niet meer. Het biologisch keurmerk is in dat geheel niet het meest herkenbare (Beter leven en Fair Trade scoren het hoogst -cijfers 2017-). Biologisch is, zeker als het om de primaire productie gaat, wel het meest complete, en omvat veel van waar andere keurmerken over gaan (zo zijn biologisch vlees en eieren automatisch ook drie sterren Beter Leven), maar dat is voor consumenten minder zichtbaar. Zij zien wel de hogere prijs van biologisch (als ‘totaalpakket’) en de niet of relatief minder hoge prijs van producten met andere keurmerken.
Evengoed kiezen wel steeds meer mensen voor ‘duurzaam’. De totale omzet van producten met een duurzaamheidskeurmerk groeide in 2016 met 26%, die van biologisch in dat jaar met 8%; in de eerste helft van 2019 was de totale groei 28% (terwijl de totale markt slechts met 4% groeide) en van biologisch 8% (cijfers 2019 IRI Netherlands). Ook daarna is de afzet van producten met een duurzaamheidskeurmerk sterk blijven groeien, tot 19% van alle verkochte Food in 2021. In de eerste helft van 2023 zette deze groei zich gewoon door, tot 22,8%, ondanks alle inflatie en prijsstijgingen in vooral 2022. Biologisch was in 2016 nog wel het grootste onder deze keurmerken, maar andere keurmerken (met name Beter Leven) groeiden snel. In 2019 is Beter leven (in % omzet) zelfs het grootst. In 2021 was in omzet gerekend het Beter Leven keurmerk het grootst, Biologisch tweede en Planet Proof vijfde (zie verder paragraaf 5.3). Ook in de eerste helft van 2023 was Beter Leven de grootste groeier (vooral één ster), maar ook bio groeide door naar 8,3%. Met name voor de productgroepen vis, eieren, varkensvlees en vleeswaren wordt het gewoon dat er één van de ekurmerken op zit (in 2023 van 45% naar 58%, waarvan het meeste Beter Leven één ster) (cijfers 2023 Circana, vml. IRI, alleen cijfers over afzet supermarkten). Biologisch zal zich in deze wereld van duurzaamheidskeurmerken moeten blijven onderscheiden als ‘totaal-keurmerk’.
Dat groei - potentieel voor biologisch is niet gelijk verdeeld over de bevolking. In een recente studie (Motivaction, 2017) worden verschillende groepen onderscheiden. Er is een kopgroep van zo’n 11% (jong - stedelijk) die al overwegend ‘duurzaam’ koopt. Er is een groep ‘welwillenden’, zo’n 15% (hoger opgeleid, hoger inkomen, ook ouderen) die wel nadenken over duurzame keuzes, maar die nog niet altijd maken. Een grote groep ‘twijfelaars’ (35%) denkt er wel eens over maar doet er niet veel mee. Zo’n 29% is ‘onbewust’(veel middelbaar opgeleid, niet-stedelijk): niet bezig met duurzame keuzes, vaak ongezond voedingspatroon. 10% (vaak lager opgeleide mannen) is sceptisch en wijst duurzame keuzes botweg af. Groei van biologisch op korte termijn lijkt vooral mogelijk binnen de ‘koplopers’ en de ‘welwillenden’, samen zo’n 25% van de bevolking. Uiteraard is dat geen gegeven voor altijd: veel hangt af van de prijsontwikkeling en positionering van biologisch in de nabije toekomst.
Toch koopt inmiddels 95% van de huishoudens wel eens iets biologisch, voor 90% in de supermarkt (cijfers 2019). Dit percentage groeit: in 2021 kocht 96,3% wel eens iets biologisch. Het echte groeipotentieel komt overeen met de schatting dat zo’n 25% van de bevolking ‘wel eens’ tot ‘vaak’ iets biologisch koopt. Echter, zelfs de kopgroep van deze biologische kopers koopt niet alles biologisch, en de meesten (90%) af en toe of met enige regelmaat. Er is bijna altijd concurrentie met ‘gangbaar’ en met andere keurmerken. Het totale marktaandeel van biologische producten (3,2% in 2017, 4,7% in 2018) is de optelsom van deze af-en-toe tot vaak - keuzes.
Waarom kopen mensen een biologisch product, en waarom zouden ze dat vaker doen ? Er zijn ‘ik-betrokken’ motieven (beter voor de gezondheid, smakelijker e.d.) en ‘ander/wereld-betrokken’ motieven (dierenleed/dierenwelzijn, duurzaamheid, natuur e.d., sociale rechtvaardigheid). Volgens het onderzoek van Motivaction (zie hierboven) geven alleen in de koplopergroep wereld-betrokken motieven (vooral natuur, dierenwelzijn en milieu) de doorslag. In de groep ‘welwillenden’ scoort gezondheid het hoogst maar spelen de wereld-betrokken motieven ook hoog. De twijfelaars herkennen dezelfde motieven, maar laten zich er minder door leiden, wantrouwen ook vaker informatie over duurzaamheid en de keurmerken. De ‘onbewusten’ zijn er vooral niet mee bezig, en hechten ook sterk aan wat ze gewend zijn. De sceptici koesteren het meeste wantrouwen, hechten aan traditie en laten zich vooral door de prijs leiden. Maar: in alle groepen speelt prijs een rol in de afwegingen die mensen uiteindelijk maken.
Uit cijfers van 2019 blijkt opnieuw de prijs van bio-producten de grootste belemmering is voor snelle groei van de omzet. Van alle consumenten geeft maar liefst 68% aan vaker iets bio te zullen kopen als biologische boodschappen goedkoper zouden zijn. (in een recent onderzoek van GfK bleek dit in 2022 al 77% van de consumenten te zijn) Prijs scoort veel hoger dan factoren als een groter en meer gevarieerd aanbod en meer duidelijkheid over de voordelen ( 11 a 16%). Toch is de afgelopen jaren het prijsverschil tussen gangbare en biologische producten steeds kleiner geworden, vooral in de supermarkt. In veel gevallen zijn daar biologische producten goedkoper dan gangbare A-merken (bron: Bionext Trendrapport 2019).
Recent onderzoek (2024) laat wel een toenemend bewustzijn van goede voedselkeuzes zien, en daarmee een mogelijk toenemend draagvlak voor b.v. de keuze voor biologische producten. Zie Verdieping.
Het beeld dat hieruit naar voren komt is minder somber dan het op het eerste gezicht lijkt. De totale omzet van biologische voedingsmiddelen (retail), 4,7% van het totaal (2018), groeit harder (groei 8,4% in 2018) dan de totale omzet van voedingsmiddelen . De groei van de productie houdt deze met moeite bij. Er is nog veel meer groei mogelijk als biologisch duidelijk weet te maken dat het in feite heel veel van de ‘single issue’ keurmerken omvat, dat het hiervoor duidelijke (wettelijk geborgde) waarborgen biedt en als het prijsverschil met ‘gangbaar’ nog minder wordt. Dat prijsverschil zou minder worden externe effecten (milieu- en gezondheidsschade, broeikasgas-emissies enz.) beter in de prijs tot uitdrukking komen (True Pricing, zie bij Billijkheid als principe, 1.2). De bio-sector kan daar zelf nog aan bijdragen met efficiënte productie en een goed geprijsd pakket basisproducten.
...
Informatie |
---|
Verdieping
|
Biologisch en (wereld)voedselvoorziening
...