/
1.2. De vier principes

1.2. De vier principes

De principes van biologische landbouw zijn in de hele wereld dezelfden. Die principes zijn afgesproken binnen IFOAM, de wereldwijde koepel van organisaties die de biologische sector vertegenwoordigen.

De IFOAM definieert vier principes van biologische landbouw, verwerking en handel: Health, Ecology, Fairness en Care. Vertaald: Gezond, Ecologisch, Fair (eerlijk) en Verantwoordelijk. (vertaling Bionext)

 

Deze principes  geven vooral een ontwikkelrichting aan, een denkkader voor de opbouw en de doorontwikkeling van een biologisch bedrijf (landbouw, maar ook verwerking en handel). De principes zijn dus geen (wettelijke) vereisten voor certificatie als biologisch bedrijf (die liggen binnen Europa vast in de EU-verordening; zie 1.1). Bedrijven verschillen in de mate waarin ze alle vier principes realiseren: de één gaat verder dan de ander. Er is dus ruimte voor verdere ontwikkeling. De principes geven daaraan richting , als streefbeeld.

In deze paragraaf leren we over de 4 principes van biologische landbouw, verwerking en handel:

  • Gezond

  • Ecologisch

  • Fair (eerlijk)

  • Verantwoordelijk

Op de site van de Bio-Academy vind je een korte video's waarin de principes worden uitgelegd: De vier kernwaarden van biologische productie .

Wat betekenen deze principes, en welk streefbeeld, welk ideaal, bieden ze?

Ecologisch als principe
Het tweede principe, maar eigenlijk het eerste: dit is echt de kern van biologische landbouw. Biologische landbouw betekent werken met en door levende ecosystemen en natuurlijke kringlopen, met zo min mogelijk ingrepen hierop met niet-biologische middelen zoals kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. 

Ecologie is van oorsprong een tak van de biologie. De ecologie bestudeert de wisselwerking tussen organismen, populaties of levensgemeenschappen (de biotische -levende- milieufactoren) onderling en met de niet-levende omgeving (de abiotische –niet levende- milieufactoren). Het gaat er in de ecologische kijk op de natuur om hoe planten, dieren, micro-organismen, factoren als klimaat en hoogte en de niet-levende ondergrond en bodemdelen op elkaar inwerken. Dat vormt de natuur zoals we die op een bepaalde plaats en tijd waarnemen. Dat samenspel van factoren noemen we een ecosysteem. Een ‘spel’ van wederzijdse beïnvloeding, van ‘eten en gegeten worden’, dat van nature streeft naar een evenwicht: een ecosysteem dat zichzelf voor langere tijd in stand houdt.

Als de mens daarop ingrijpt, door natuurgronden om te zetten in landbouwgronden, leidt dat tot een flinke verstoring van het ecosysteem en het ontstaan van een nieuw, door de mens gevormd, ecosysteem. Dat is altijd eenvoudiger dan het natuurlijke (minder variatie in soorten, eenvoudiger relaties tussen soorten). Dat vereenvoudigd ecosysteem is zo ingericht dat één of enkele soorten domineren: de soorten die wij als voedsel nodig hebben (gewassen, landbouwhuisdieren).

Alle landbouw is dus altijd een verstoring van het oorspronkelijke, natuurlijke, ecosysteem door het inrichten van een vereenvoudigd, voor de mens productief, ecosysteem. Die verstoring kan echter groter of kleiner zijn. De biologische landbouw probeert zo dicht mogelijk bij de werking van het natuurlijke ecosysteem te blijven: door de gewassen en de landbouwhuisdieren zoveel mogelijk in te passen in de natuurlijke kringloop en door zo min mogelijk middelen en werkwijzen te gebruiken die de natuurlijke processen binnen het landbouw-ecosysteem verstoren. Een biologisch landbouwsysteem is daarom soortenrijker, minder vereenvoudigd (maar nog lang niet zo divers en rijk als een natuurlijk systeem!) en minder afhankelijk van inputs van buitenaf; het doel is een zoveel mogelijk gesloten kringloop.

De gangbare landbouw manipuleert de werking van het landbouw-ecosysteem nog veel meer, vooral door het gebruik van abiotische (dus niet-organische) meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Een gangbaar bedrijf is dus meer vereenvoudigd en hierdoor meer afhankelijk van externe (van buitenaf komende) inputs zoals meststoffen. Het is meestal iets productiever dan een biologisch systeem, maar dat heeft zijn prijs: vervuiling (uitspoeling van meststoffen, residuen van bestrijdingsmiddelen e.d.), een verarmd landschap met weinig plaats voor b.v. akkervogels, degradatie van de bodem en meer kosten van de noodzakelijke externe inputs. Door zijn afhankelijkheid van eindige externe inputs, bodemdegradatie, vervuiling enz. is het gangbare systeem uiteindelijk minder duurzaam, minder ‘volhoudbaar’.

Er is ook in de gangbare landbouw steeds meer aandacht voor deze negatieve effecten. Bewegingen als natuurinclusieve landbouw en kringlooplandbouw zijn in opkomst. Biologische landbouw is altijd kringlooplandbouw en (minstens basaal) natuurinclusief, maar ook gangbare bedrijven kunnen zich in die richting ontwikkelen. In het streven naar duurzaamheid komen biologische en gangbare systemen naar elkaar toe, maar lang niet alle bedrijven maken die beweging in dezelfde mate mee. Een biologisch werkend bedrijf is hierin wel altijd een stapje voor!

Het ecologisch principe vertaalt zich ook naar de volgende schakels in de voedingsketen: de verwerking, groothandel, handel, consumptie en afvalverwerking (recycling). De voedselketen is pas duurzaam, volgens ecologisch model, als alle schakels dat zijn, in onderling verband. Alleen dan kan de biologische sector het meest duurzame voedselsysteem worden. (Zie voor dit keten-principe verder hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6).

Verdieping Agro-ecologisch

Het begrip ‘agro-ecologisch’ is sterk verwant aan dit ecologisch principe. Met agro-ecologische landbouw wordt bedoeld dat de landbouwpraktijk op ecologische principes is gebaseerd, zonder dat het systeem bij voorbaat helemaal biologisch is. Onder meer de Toekomstboeren gaan hiervan uit: Agroecologie - Toekomstboeren.

 

 

Gezondheid als principe
De gezondheid van mensen kan niet los worden gezien van gezonde ecosystemen met een gezonde bodem, gewassen en dieren. Gezond is niet een kwestie van niet-ziek, maar het continu werken aan fysiek, mentaal, sociaal en ecologisch welbevinden. Biologische landbouw draagt aan de gezondheid van mensen bij

  • door gezond voedsel (rijker, met een hogere concentratie van voedingsstoffen en werkingsstoffen als antioxidanten en smaakstoffen)

  • door negatieve effecten te vermijden, zoals residuen van bestrijdingsmiddelen, uitspoeling van meststoffen en het ontstaan van multiresistente ziekteverwekkers

  • door bij te dragen aan een mooi landschap, een aantrekkelijk platteland, met ruimte voor natuurwaarden en recreatie: de positieve effecten op de gezondheid van een fraai, gevarieerd en ‘bloeiend’ landschap ! Biologische landbouw draagt bij aan een landschap waarin mensen zich thuis voelen, als plattelander maar ook als recreant en bezoeker.

Die effecten op de gezondheid van mensen staan niet los van de gezondheid van het landbouwsysteem. Het gaat dan om gezondheid van het ecosysteem en de gezondheid van landbouwhuisdieren die zoveel mogelijk naar hun eigen aard kunnen leven. Antibiotica worden in de biologische landbouw niet preventief gebruikt, en curatief alleen als er geen alternatief is. Dat voorkomt het ontstaan van resistenties die voor de mens bedreigend zijn, maar zorgt ook voor betere houderij-systemen met meer ruimte voor de dieren. De gezondheid van de mens hangt dus samen met de gezondheid van het landbouw-systeem.

 

Billijkheid als principe
Billijkheid (Fairness) gaat over de verhoudingen tussen mensen onderling en tussen mensen, dieren en verdere natuur: zijn die eerlijk, bieden die ontwikkelingsmogelijkheden en duurzaam perspectief voor alle schakels in de voedselketen? 

Mensen en dieren delen één wereld. Dat gaat alleen goed zolang dat op een faire manier gebeurt. Sleutelwoorden zijn billijkheid, respect, rechtvaardigheid en rentmeesterschap. Dieren kunnen in een biologisch houderij-systeem opgroeien en leven op de manier die beter past bij hun natuurlijke gedrag. Mensen - van boer tot consument - gunnen elkaar kwaliteit van leven, waarbij er voedsel genoeg is voor iedereen en van een duurzaam hoogwaardige kwaliteit.

Belangrijke aspecten hiervan zijn:

  • Eerlijke handel, eerlijke prijs: consumenten moeten zich biologisch voedsel kunnen veroorloven (dat is ook een zaak van inkomensverdeling, van maatschappelijke rechtvaardigheid !), boeren moeten een redelijke prijs ontvangen die hen in staat stelt verantwoord en dus minder intensief te werken. De prijs van biologische producten is daarom meestal hoger dan die van gangbare producten (ook al valt dat verschil mee als het gaat om de basisproducten in het dagelijks dieet). Die hogere prijs is noodzakelijk om biologisch werken mogelijk te maken, maar de efficiënte en geavanceerde bedrijfsvoering van biologische boeren houdt de prijs wel in de hand. Het moet van twee kanten komen!

  • Werkelijke prijs (True Pricing):  idealiter drukt de prijs alle kosten uit, inclusief de zogenaamde externe kosten, de kosten die buiten de markt blijven: alle maatschappelijke en milieukosten . Dat is nu vaak niet het geval. Een voorbeeld zijn de kosten van CO2-emissies, maar ook de kosten die buiten het bedrijf worden gemaakt voor bij voorbeeld waterzuivering in verband met uitspoeling en medische kosten in verband met een ongezond voedingspatroon. Deze externe kosten worden lang niet allemaal in de prijs van voedsel doorberekend. De prijs voor gangbare producten is eigenlijk te laag, omdat ze meer bijdragen aan sommige externe effecten, en die van biologische producten te hoog omdat ze daar minder aan bijdragen. De biologische landbouw ondersteunt daarom de beweging naar een beter verrekenen of inzichtelijk maken van alle, ook externe, kosten in de prijs (True Pricing, True Cost Accounting e.d.).

  • Dierenwelzijn, natuurlijk gedrag: billijkheid gaat ook over onze verhouding met landbouwhuisdieren. De biologische landbouw legt meer gewicht bij de eigen, intrinsieke, waarde van landbouwhuisdieren en hun natuurlijk gedrag, ook als dat een stukje productiviteit kost. De eisen aan de diverse houderij-systemen zijn daarom strenger dan in de gangbare landbouw. De biologisch-dynamische landbouw gaat daarin nog een stapje verder.

 

Zorg als principe
Je kunt dit principe ook vertalen als verantwoordelijkheid nemen. Een biologische boer voelt zich voor meer verantwoordelijk dan alleen het rendement en economisch voortbestaan van het bedrijf, en is bereid die verantwoordelijkheid in extra zorg te vertalen. Dat geldt ook voor de partijen verderop in de voedselketen. Een basishouding van zorgzaamheid voor medemens, gewas en dieren op het bedrijf, de omringende natuur en het landschap en de verdere wereld hoort bij biologische landbouw. Dat kan bij voorbeeld ook betekenen: verantwoordelijkheid nemen voor de effecten van de productie van diervoeder-grondstoffen ver weg (ontbossing, monoculturen, uitputting enz.), door de afhankelijkheid van geïmporteerd voer zoveel mogelijk te beperken.

 

Zorg betekent in de breedste zin van het woord zorg voor planten, mensen en dieren en de aarde waar die op leven. Een belangrijk aspect van zorg is het voorzorg-beginsel: niet iets doen zonder duidelijke noodzaak, zonder afweging van alternatieven en zonder inzicht in alle effecten. Als de risico’s van een handeling of product onvoldoende duidelijk zijn moet je het niet toepassen.  

Een voorbeeld hiervan is Het afwijzen van GMO’s, genetisch gemodificeerde gewassen . De risico’s en gevolgen van dat ingrijpen zijn in de visie van de biologische sector te groot: op economisch gebied door het leggen van de macht bij een paar grote bedrijven, op ecologisch gebied door het ongecontroleerd verspreiden van gemodificeerde soorten en met het risico voor gezondheid omdat je zeer sterk ingrijpt in het erfelijk systeem van organismen.  

 De gangbare landbouw kiest, maar ook steeds vaker koos, voor een ander aanpak. Gangbare landbouw belooft hogere opbrengsten en efficiency. Dat klinkt positief maar brengt risico's met zich mee, zoals effecten op het complexe ecosysteem. Zolang wij die effecten niet overzien, is het beter niet te experimenten. Moderne wetenschap, oude kennis en praktijkervaring bieden volop oplossingen.  Gangbare landbouwsystemen worden ontworpen op de technische mogelijkheden, bijvoorbeeld het handhaven van niet-resistente rassen omdat bestrijdingsmiddelen voorhanden zijn. Nog een voorbeeld: het verwijderen van stikstofoverschot uit mest (mestverwerking) lijkt een oplossing, maar het voorkomen van een mestoverschot  is een structurelere aanpak. 

Het voorzorg-beginsel betekent zeker geen afwijzing van wetenschap, techniek, mechanisatie en efficiëntie, maar de blikrichting is anders. Ondersteunt de techniek het functioneren van het landbouwsysteem als gezond ecosysteem met een verantwoorde productie van gezond voedsel? Of zitten de beschikbaarheid van techniek en chemie een gezond ecosysteem in de weg? Dat zijn vragen die in deze tijd heel sterk spelen. 

Related content

5. Regelgeving, certificatie, omschakeling
5. Regelgeving, certificatie, omschakeling
More like this
1.3. De ontwikkeling van de biologische landbouw
1.3. De ontwikkeling van de biologische landbouw
More like this
1. biologische landbouw: wat en waarom ?
1. biologische landbouw: wat en waarom ?
More like this
5.1. Hoofdlijn verordening Biologische landbouw en afgeleide regelgeving
5.1. Hoofdlijn verordening Biologische landbouw en afgeleide regelgeving
More like this
1.1. Definitie biologische landbouw, afbakening (inhoudelijk, wettelijk)
1.1. Definitie biologische landbouw, afbakening (inhoudelijk, wettelijk)
Read with this
6. Bedrijf, keten, markt
6. Bedrijf, keten, markt
More like this