Bij rotorspinnen, ook wel open-end spinnen genoemd, wordt twist in de vezels gebracht zonder dat de lonten zelf draaien. Dankzij de zeer grote centrifugale krachten worden de vezels tegen de rotorwand gedrukt en bewegen ze zich van het opvangvlak naar de groef van de rotor. In de groef wordt een laagje vezels gevormd, waarbij een x-voudige verdubbeling gerealiseerd en een regelmatig garen verkregen. In de groef van de rotor wordt uiteindelijk het garen gesponnen. Hierna verlaat het garen de rotor via een spinbuis.
...
De productiesnelheid bij het rotorspinnen ligt veel hoger dan bij het ringspinnen (tabel in §7.3.2). Dit komt doordat het inbrengen van de twist volledig gescheiden is van het opwikkelen. Ook de draaisnelheid is groter dan bij ringspinnen, ca. 6,000 – 9,000 rotaties per minuut, versus 300 – 700 bij ringspinnen.
Het rotorspinnen is een droog spinproces en wordt vooral toegepast op de korte stapelvezels. Er wordt een regelmatiger en minder harig maar zwakker garen geproduceerd dan bij het ringspinnen van stapelvezels.[2] Met rotorspinnen van stapelvezels kunnen garens met een fijnheid in de range Nm 5 – 12 verkregen worden.
...
Informatie |
---|
Spinners van ‘stapelvezels’ m.b.v. rotorspinnen (‘open-end spinnen’)
|
...
[1] Carl A. Lawrence, ‘Fundamentals of spun yarn technology’, 2003 CRC press, www.eopcw.com/find/downloadFiles/237
[2] https://www.rieter.com/fiber-preparation/varioline/rieter-bast-fibers-processing-brochure.pdf