7.3 Productie van garen van gecotoniseerde hennepvezels
De natte, halfnatte of droge ringspinprocessen zijn relatief langzaam. Rotor-spinnen (ook ‘open-end spinnen’ genoemd) gaat veel sneller. Daarvoor zijn korte vezels van enkele cm lengte nodig. Van de biobased vezels is katoen een bekend voorbeeld dat zo gesponnen kan worden. De ‘korte vezels’ die uit de zwingel- en hekelprocessen komen (§7.1.1, 7.1.3) zijn echter nog te lang voor rotor spinnen. Deze hennepvezels kunnen door middel van cotoniseren korter en fijner gemaakt worden (§7.3.1), zodat ze zoals bijvoorbeeld katoen middels rotor spinnen tot garen gesponnen kunnen worden (§7.3.2).
§7.3.2 Spinnen van korte stapelvezels
Verdere informatie
HOGENT, 2020. ‘Garentechnologie 1: Mechanisch spinnen’
Zeer brede info over garens: typeringen, structuur, spinmethoden (traditioneel, nieuw en geavanceerd) en eigenschappen.
https://issuu.com/communicatie-hogent/docs/garentechnologie_1
141 pagina’s
Carl A. Lawrence, ‘Fundamentals of spun yarn technology’, 2003, CRC Press (Engels)
Zeer uitgebreide info over garens: vezelgrondstoffen, grondstofvoorbereiding, spinprincipes en spin-technieken, garen structuur en -eigenschappen, achtergrond bij eigenschappen in relatie tot grondstoffen en verwerkingsstappen.
www.eopcw.com/find/downloadFiles/237
500 pagina’s