In de bodem leven veel verschillende organismen: schimmels insecten, mijten, regenwormen, potwormen, aaltjes. Al die organismen hebben invloed op de groei van planten: op grassen in weiland, op akkerbouwgewassen of bomen en struiken. Ze zorgen dat de structuur van de bodem verbetert. De bodem wordt beter doorwortelbaar voor planten. De bodemorganismen breken bovendien plantenresten tot voedingsstoffen en organische stof. En die organische stof zorgt er voor dat de bodem voedingsstoffen en water beter vasthoudt. Daarnaast kunnen bodemorganismen het optreden van bodemziekten onderdrukken. Sommige schimmels – de mycorrhiza’s – stimuleren de groei van planten. Ze leven samen met planten en zorgen dat voedingsstoffen beter beschikbaar komen. Dat bodemleven is indirect ook van invloed op andere dieren: veel weidevogels voeden zich met bodemorganismen. Weidevogels zijn daarom gebaat bij een gezonde bodem.
Foto Pixabay
Het aantal soorten bodemorganismen en de hoeveelheid bodemleven of de bodembiodiversiteit verschilt per grondsoort en gebruikstype van het land. Grasland op klei en veen bevat meer bodemleven dan grasland op zandgrond. In kleigrond vind je meer bacteriën, in de lossere zandgrond vind je meer springstaarten en mijten bijvoorbeeld. Omdat grondbewerking het bodemleven schaadt, is de bodembiodiversiteit in grasland hoger dan op akkerland.
Het bodemleven kun je op veel manieren beïnvloeden:
- Bemesting heeft een grote invloed. Organische mest stimuleert de opbouw van bodemleven, meer bacteriën en regenwormen. Bovendien zorgt dat er voor dat het organisch stofgehalte van de grond toeneemt.
- Grondbewerking. Hoe vaker en dieper je de grond bewerkt, hoe sterker je het bodemleven verstoort. Voor de opbouw van een gezonde bodem is het daarom zinvol grasland minder vaak te scheuren. Je kunt als akkerbouw niet-kerende grondbewerking toepassen. Je bewerkt de bodem dan niet dieper dan 12 cm met spitmachine of cultivator.
- Verhoging van het organische stofgehalte. Naast organische mest kun je ook werken met compost of groenbemesters.
- Grondwaterstand. Door het waterpeil te verlagen, warmen bodems sneller op waardoor de grasgroei eerder begint, of je eerder het land op kunt met landbouwmachines. Maar een laag waterpeil zorgt er ook voor dat regenwormen dieper de grond in gaan. Weidevogels zijn daar niet bij gebaat.
- Bodemverdichting kan het bodemleven negatief beïnvloeden. Door met te zware machines op het land te rijden, zeker als het te nat is, kun je de structuur van bodems bederven. Je ziet dat op kopakkers of wendakkers.
Filmpje: Kennisclip integraal Bodembeheer
Verder lezen
- Biodiversiteit als basis voor het agrarische bedrijf, rapport Louis Bolk Instituut 2016
- Bodemgezondheid, dossier Groen Kennisnet
- Integraal bodembeheer, dossier Groen Kennisnet
- Leve(n) de bodem! De basis onder ons bestaan, Cahier Biowetenschappen en Maatschappij, oktober 2016
- 30 vragen en antwoorden over bodemvruchtbaarheid, brochure Alterra Wageningen UR
- Praktijknetwerk Niet Kerende Grondbewerking
Inspirerende voorbeelden
-
Akkerbouw - gezonde bodem —
In Ens telen akkerbouwer Digni Van den Dries en zijn zoon Krispijn in een maatschap diverse akker- en tuinbouwgewassen op 75 ha, overwegend zavelgrond op biologische wijze. Er worden aardappelen, wortelen, bieten , selderij, pastinaak, spinazie, pompoenen, koolsoorten, luzerne en granen geteeld. Daarnaast heeft Van den Dries een aantal kleinere teelten voor de niche- markt: mierikswortel en aardpeer. Hij heeft 4.800 meter aan natuurranden van 7 meter breed.
-
Multifunctionele landbouw - gezonde bodem —
De familie Janse heeft in Wolphaarstdijk, vlak bij het Veerse meer een 65 hectare groot akkerbouwbedrijf op kleigrond. Naast aardappelen, suikerbieten, tarwe en graszaad wordt er op 1,5 hectare zeekraal geteeld. Janse teelt dit gewas met behulp van het zoute water uit het Veerse Meer. Daarnaast is er een landschapscamping met 60 campingplaatsen.
-
Veehouderij - gezonde bodem —
Bote de Boer is melkveehouder in Tjerkwerd in de Zuidwesthoek van Friesland. Hij melkt 100 melkkoeien op 50 hectare grond. De Boer is niet alleen melkveehouder op de klei, hij is ook gek van weidevogels. Hij vindt het schitterend wanneer weidevogels in het voorjaar terugkomen. Om die weidevogels te helpen beheert hij 20 hectare als een natuurperceel. Het maaien stelt hij uit, het grondwater is er hoger zodat er plas-dras-stroken zijn. Met een stuw bepaalt hij zelf het waterpeil op deze percelen.