Meststoffenwet - Handel in meststoffen

In het kort

In het kort

De Meststoffenwet stelt eisen aan het verhandelen van meststoffen. Het doel hiervan is het waarborgen van de kwaliteit van de producten voor het doel waarvoor meststoffen zijn bestemd. Daarnaast worden er eisen gesteld in het belang van de bescherming van de bodem. Tenslotte wordt producenten gevraagd essentiële informatie over het product op het etiket te vermelden.

Meststoffenwet, handel, verhandelen, meststoffen

Meststoffen.jpg

Doel van de regelgeving

Doel van de regelgeving

Meststoffen worden toegediend om planten van nutriënten te voorzien. Het is van belang dat de kwaliteit van meststoffen voldoende is, zowel in landbouwkundig als milieukundig oogpunt. Daarom stelt de Nederlandse overheid in een apart hoofdstuk in de Meststoffenwet eisen aan de handel in meststoffen. Ook organische bodemverbeterende middelen en kalkmeststoffen vallen onder de Meststoffenwet

Waarom hebben we deze regelgeving?

Waarom hebben we deze regelgeving?

Goede Landbouwpraktijk start met hebben van goede producten en voldoende informatie over deze producten. De Nederlandse overheid stelt in de Meststoffenwet diverse eisen aan de handel in meststoffen. Voldoet een producent niet aan deze eisen dan is de handel van dit product verboden.

In de Meststoffenwet worden, in het belang van een goede plantenvoeding en bodemverbetering, eisen aan de landbouwkundige kwaliteit van meststoffen gesteld. Ze moeten bijvoorbeeld een minimaal gehalte aan primaire nutriënten (N, P2O5, K2O) of secundaire nutriënten (MgO, CaO, SO3, Na2O) bevatten of organische stof bevatten. Kalkmeststoffen moeten voldoende effect hebben op de bodemzuurgraad te beïnvloeden.

Verder is van belang dat bij de toediening van meststoffen de bodem (en daarmee ook het water) niet wordt verontreinigd. Daarom stelt de Meststoffenwet eisen aan maximale gehalten van verontreinigingen, zoals zware metalen en organische microverontreinigingen. Dit is vooral belangrijk om de kwaliteit te garanderen van meststoffen geproduceerd uit afval- en reststromen zoals compost en digestaat.

Tenslotte wil een boer betrouwbare informatie over het product dat hij gebruikt. De overheid stelt daarom eisen aan de informatie, die een producent verplicht is om op het etiket te zetten, zodat de consument weet wat voor product hij koopt en welke samenstelling het product heeft.

Bij het gebruik van de meststoffen door de landbouwer mogen de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat niet worden overschreden (zie ‘Interessante links’).

Maatregelen die worden voorgeschreven

Maatregelen die worden voorgeschreven

In de Meststoffenwet wordt een aantal algemene eisen aan meststoffen gesteld. Zo moet een product gelijkmatig van samenstelling zijn en door de praktijk te gebruiken zijn als meststof. Verder geldt dat met de toediening van de meststof planten worden gevoed, of de bodem wordt verbeterd. Daarnaast geldt dat onder normale gebruiksomstandigheden er geen schadelijke gevolgen voor de gezondheid van mens, dier of plant of voor het milieu zullen ontstaan.

Vervolgens zijn voor diverse meststoffencategorieën kwaliteitseisen vastgesteld. Voordat het product als een meststof op de markt gebracht kan worden, moet het aan deze eisen voldoen (Tabel 1). Hiervoor zijn er verschillende categorieën: anorganische meststoffen (o.a. kunstmest), kalkmeststoffen (bedoeld om de pH van de bodem te verhogen) en organische meststoffen.

Een anorganische meststof (ook wel minerale meststof of kunstmest) moet minimaal 5% van een primair nutriënt (N, P of K) bevatten, voordat het als primaire meststof in de handel mag worden gebracht. Bevat een product meerdere nutriënten boven het minimale gehalte, dan mag het product als een samengestelde meststof in de handel gebracht worden (bijvoorbeeld een NPK-meststof). Anorganische meststoffen die hoofdzakelijk zijn bedoeld om secundaire nutriënten (Mg, Ca, S of Na) te leveren, moeten ook een minimaal gehalte aan deze secundaire nutriënten bevatten.

Kalkmeststoffen moeten tenminste een neutraliserende waarde van 20 kg CaO hebben.

Organische meststoffen moeten tenminste 20% organische stof in de droge stof bevatten. Daarnaast moeten ze een minimaal gehalte van 0,5% aan nutriënten bevatten, voordat ze als organische meststof op de markt gebracht mogen worden. Tenslotte moet 85% van de totale stikstof, die een organische meststof bevat, organische stikstof zijn.

image-20240808-210330.png
Tabel 1. Minimale gehalten aan waarde-gevende bestanddelen in meststoffen volgens de Meststoffenwet.

Ter voorkoming van verontreiniging van de bodem en het water worden er aan meststoffen ook maximale eisen gesteld aan de gehalten van zware metalen, zoals cadmium, chroom, koper, kwik, nikkel, lood, zink en arseen (Uitvoeringsbesluit meststoffenwet bijlage II, tabel 1). Daarnaast worden er eisen gesteld aan organische microverontreinigingen (Uitvoeringsbesluit meststoffenwet bijlage II, tabel 4). Het betreft eisen aan residuen van gewasbeschermingsmiddelen en industriële verontreinigingen. Deze eisen worden uitgedrukt als een maximum gehalte per waarde-gevend nutriënt.  Als een product lage gehaltes aan nutriënten bevat, mag er ook maar heel weinig verontreiniging in het product zitten. Immers de boer of tuinder, die zijn gewas wil bemesten naar gelang de behoefte aan stikstof, fosfaat, kalium zal in kilogrammen product meer meststof gebruiken als het gehalte aan die nutriënten laag is.

De meststoffen zuiveringsslib en compost hebben hun eigen eisen voor zware metalen (tabel 2 en 3 uit bijlage II van Ubm). Daarnaast moet zuiveringsslib biologisch, chemisch of thermisch behandeld zijn, zodat het grootste deel van de in het zuiveringsslib aanwezige pathogene organismen afsterft. Zuiveringsslib bevat ten minste 50 gewichtsprocenten organische stof van de droge stof of heeft een neutraliserende waarde van 25 op basis van de droge stof.

 Compost bevat tenminste 10 gewichtsprocenten organische stof. In compost mogen geen biologisch afbreekbare delen met een diameter groter dan 50 millimeter (takken, hout, etc) zitten en niet meer dan 0,5 gewichtsprocent aan bodemvreemde niet-biologisch afbreekbare delen (zoals glas, metaal, plastic of stenen) bevatten.

De Meststoffenwet staat het ook toe om bij de productie van meststoffen gebruik te maken van reststromen (afvalproducten). Deze producten moeten ook voldoende nutriënten bevatten en mogen niet verontreinigd zijn. Er vindt een administratieve controle vooraf plaats, op basis van een dossier dat de producent aanlevert. Als de afvalstof voldoet, kan de reststof opgenomen worden op de bijlage Aa van de uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Alleen de reststoffen die hier benoemt staan, mogen gebruikt worden bij de productie van meststoffen.

De Meststoffenwet staat ook toe om in Nederland meststoffen/bemestingsproducten op de markt te brengen die voldoen aan de Europese meststoffenverordening (EU 2019/1009). Met deze verordening (zie de Wikimest-pagina over dit onderwerp) wordt vrijhandel in de Europese Unie mogelijk.

Het is van belang dat een consument informatie krijgt over het product dat wordt aangeschaft. Deze informatie wordt via het etiket of label overgebracht. Meststoffen, die in de handel worden gebracht, moeten in ieder geval voorzien van gegevens over:

  • de naam of de handelsnaam van de fabrikant van de meststoffen;

  • de naam of de handelsnaam van de meststoffen;

  • de werking die de meststof in hoofdzaak uitoefent;

  • de gehalten stikstof en fosfaat;

  • de aanwezige waarde-gevende bestanddelen;

  • de hoeveelheid; en

  • de samenstelling.

Bij verpakte meststoffen zijn de gegevens op de verpakking of op een daaraan gehecht etiket vermeld en bij niet-verpakte meststoffen zijn de gegevens op een begeleidend document vermeld. De gegevens zijn onuitwisbaar en duidelijk leesbaar. Vloeibare anorganische meststoffen zijn voorzien van aanvullende instructies betreffende de opslagtemperatuur en de bij de opslag in acht te nemen veiligheidsmaatregelen. De etiketten zijn in ieder geval in de Nederlandse taal gesteld.

Wat is belangrijk voor Mestverwaarding? 

Wat is belangrijk voor Mestverwaarding? 

Dierlijke mest wordt door Meststoffenwet gezien als een aparte categorie meststof. Aan deze categorie worden geen productie-eisen gesteld. De wetgever gaat er vanuit dat als het dier gezond voer krijgt, de mest ook van voldoende kwaliteit is om als meststof gebruikt te worden.

Door mestverwaarding aan te sluiten bij kwaliteitseisen die gesteld worden in de Meststoffenwet voor diverse mestproducten, kan voor de consument een herkenbaar en kwalitatief product gemaakt worden, waarbij er opgemerkt moet worden dat er voor producten die van dierlijke mest gemaakt worden, soms extra gebruiksvoorwaarden gelden

Bij diverse mestverwaardingstechnieken wordt dierlijke mest gemengd met andere organische reststromen (bijvoorbeeld co-vergisting of compostering). Het is van belang om in dat proces alleen toegestane organische reststromen te gebruiken. Want als er andere afval- of reststoffen gebruikt worden, dan zal het eindproduct niet als meststof bestempeld worden en geldt er een verbod op het gebruik van dat product als meststof. Het product zal dan gezien worden als afvalstof en moet als afval verwerkt of afgevoerd worden.

Zie ook

Zie ook

Meststoffenwet:

Bronnen en interessante links

Bronnen en interessante links

Meststoffenwet (hoofdstuk II: Regels inzake het verhandelen van meststoffen): wetten.nl - Regeling - Meststoffenwet - BWBR0004054 (overheid.nl)

Uitvoeringsbesluit meststoffenwet (hoofdstuk III: verhandelen van meststoffen):

wetten.nl - Regeling - Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet - BWBR0019031 (overheid.nl)

Uitvoeringsregeling meststoffenwet (hoofdstuk 2: Verhandelen van meststoffen): wetten.nl - Regeling - Uitvoeringsregeling Meststoffenwet - BWBR0018989 (overheid.nl)

Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen? Stuur dan een mail naar info@wikimest.nl.