3.5.1 Bodembiodiversiteit

Een andere manier om naar de soortensamenstelling van het bodemvoedselweb te kijken is met behulp van de bodembiodiversiteit. De bodembiodiversiteit is het aantal verschillende soorten dat je tegenkomt. Dit kan binnen één organismegroep of binnen meerdere groepen. Bij bodembiodiversiteit geldt in principe dat, net als bij bovengrondse biodiversiteit, hoe meer soorten er aanwezig zijn hoe beter het ecosysteem kan functioneren en bestand is tegen verstoringen. Natuurlijk is dit afhankelijk van grondsoort en type landgebruik en welke soorten er aanwezig zijn. Dit heeft verschillende redenen, maar vaak heeft dit te maken met het functioneren van het bodemleven. Bij een grote soortenrijkdom wordt verondersteld dat er ook meer interacties tussen de soorten aanwezig zijn, en dat als er sprake is van stress zoals bijvoorbeeld verontreiniging of hitte, en er soorten wegvallen, dat de bodemfuncties door andere soorten wordt overgenomen. Wanneer je een hele hoge soortenbiodiversteit hebt dan zijn er waarschijnlijk veel meer verschillende type van bodemfuncties en blijft de bodem goed functioneren als sommige soorten verdwijnen. Bodemdiversiteit is dus cruciaal voor het behoud van een gezond ecosysteem omdat het bijdraagt aan verschillende bodemfuncties, zoals voedselproductie, waterzuivering en klimaatregulatie.

Interacties tussen soorten in de bodem, zoals symbiose, predatie en concurrentie, zijn essentieel voor het behoud van deze functies. Wanneer we zouden inzoomen op slechts één bodemfunctie, bijvoorbeeld gewasproductie, dan hoeft de algemene stelling dat bodembiodiversiteit cruciaal is niet perse op te gaan. Waarschijnlijk kan gewasproductie ook goed verlopen wanneer er een minder grote bodembiodiversiteit aanwezig is. Waarschijnlijk komt dit doordat de specifieke landbouwgewassen zijn veredeld op dit soort landbouwsystemen. Mogelijk dat de eenzijdige veredeling op productie, resistenties en gebruikseigenschappen ongemerkt ten koste is gegaan van de algemene robuustheid van veel rassen.