Examenlijst onkruiden gesloten teelten
Zelfstudie
Met het programma MBOsortiment kun je zelf studeren. Als je het programma opent, zie je een lijst met lessen. Elke les bestaat uit een groep planten die horen bij het onderwerp zoals genoemd in de titel van de les. In de les zijn verschillende oefeningen beschikbaar. Meer informatie vind je in de handleiding.
-
Basterdwederik —
Basterdwederik is een algemeen voorkomend zaadonkruid. Er zijn diverse soorten die sterk op elkaar lijken en onderling ook kruisen.
-
Gehoornde klaverzuring —
Gehoornde klaverzuring is een plant met bruin rode bladeren en gele bloempjes, die alleen bij zonnig weer open gaan. Deze klaverzuring wordt tot ongeveer 10 cm groot
-
Grote brandnetel —
Tweehuizige plant, met mannelijke en vrouwelijke planten, met vierkante stengels tot 150 cm. De tegenoverstaande bladeren zijn donkergroen, donzig behaard, grof gezaagd, langwerpig, toegespitst en met een hartvormige voet tot 10 cm lang.
-
Klein kruiskruid —
Eenjarige plant met veervormige, diep ingesneden, getande bladeren. De bladeren en stengel zijn enigszins vlezig.
-
Kweek —
Dof grijsgroene bladeren met verspreide haren.
-
Levermos —
Levermos is een sporenplant en behoort tot de lagere planten.
-
Paardenbloem —
De paardenbloem is een zeer ingewikkelde soort. In Nederland komen naar schatting tientallen (70) soorten voor die zichzelf klonen.
-
Straatgras —
Lichtgroen gekleurde bladeren zonder beharing.
-
Varen —
Varenopslag is soms een probleem in kasteelten. Doordat ze voor een vochtig klimaat aan de stengelvoet zorgen kunnen bodemschimmels toeslaan.
-
Vogelmuur —
Muur of vogelmuur wordt tot maximaal 50 cm hoog en kan grote pollen vormen. Muur heeft witte kleine bloempjes. De stengels zijn aan één zijde behaard.
-
Wilg —
Wilgen zijn bladverliezende bomen. De bladeren zijn langewerpig en staan verspreid. De bloemen - wilgenkatjes - groeien uit de zijknoppen van eenjarige takken. De zaden zijn pluizig en worden verpreid door de wind.