Hulstvlieg

Gewas: Hulst (Ilex)

Wetenschappelijke naam: Phytomiza ilicis

Groep: Insecten

Hulstvlieg
Schadebeeld hulstvlieg

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Naast de hoofdnerf ontstaan in de winter gele tot roodachtige blaasmijnen. De blaasmijnen zijn het grootst in het voorjaar. In de blaasmijnen leven de larven, dat zijn kleine 2,8 tot 3 mm lange, witte tot geel-achtige maden zonder poten en zonder hoofdkapsel.

De schade is beperkt. Aangetaste bladeren kunnen verdrogen gevolgd door bladval, maar de aantasting heeft geen navelige invloed op groei van de hulst.

Levenswijze

Levenswijze

De hulstvlieg overwintert in blaasmijnen die in de nazomer zijn gevormd. In het voorjaar vreten de larven het bladmoes weg, waardoor de mijnen steeds groter worden. Vervolgens verpoppen ze zich. In mei verlaten ze de mijnen. Ook de volwassen vliegen leven van hulstbladeren, ze prikken in bladeren en zuigen de cellen leeg. Eind mei worden de eieren afgezet in de hoofdnerf van de jonge bladeren. De larven vreten zich in de richting van de bladtop. Later verlaten ze de hoofdnerf en vormen vanaf het najaar een blaas mijn. Die mijnen zijn het grootst in het voorjaar. De larven verpoppen zich in maart en april.

Maatregelen

Maatregelen

  • Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken.

  • Zorgen voor goede groeiomstandigheden.

  • Aangetaste bladeren verwijderen en vernietigen.

  • Regelmatig snoeien.

  • Chemische en biologische bestrijding, zie Gewasbescherminggids van de PD of de digitale Gewasbeschermingkennisbank).

Meer informatie

Meer informatie

Â