Test
Nutri-C
Nutri-C
NUTRI-C® is een uitgekiend mengsel van organische zuren verrijkt met een natuurlijke betaine bron. Betaine wordt gewonnen uit suikerbieten. NUTRI-C® bevat zoveel betaïne dat toevoegen van 1,5% NUTRI-C® gelijk staat aan een toevoeging van 1000 ppm betaïne. Voederingrediënt.
Betaïne is een nutriënt met veel verschillende functies, waarvan de belangrijkste functie methyldonor is in de omzetting van homocysteine naar methione door betaine-homocysteine-methyltransferase (BHMT) (Obeid, 2013). Betaïne kan dan ook gebruikt worden als vervanger van choline wat normaal aan het rantsoen wordt toegevoegd in de vorm van choline-chloride (Zeisel, 2013). Volgens de producent heeft betaïne de volgende eigenschappen: Beschermt het maagdarmkanaal tegen allerlei stressfactoren van buitenaf (bijv. hittestress, uitdroging, infectiedruk van pathogenen en coccidiën, abrupte voerovergangen, overmaat mineralen e.d.);Verbetert de vruchtbaarheid; Stimuleert de melkproductie; Grotere worpgrootte en meer gespeende biggen per zeug.
In vitro is het effect van betaine op hitte stress aangetoond (Alfieri et al., 2004). Echter betaine had geen effect op stress veroorzaakt door voerveranderingen of veranderingen in huisvesting (Schrama et al., 2003). De auteurs vergeleken controlevoer met betaine gesupplementeerd (1.29 g/kg) voer bij groeiende borgen met een energiebeperkt dieet. Hiervoor werden de dieren (startgewicht 46 kg) individueel gehuisvest in klimaatkamers en na een 3 weekse wenperiode was er een drieweekse proefperiode. Over de hele proefperiode verminderde betaine de warmteproductie significant en ook de onderhoudsenergie behoefte was minder dan de controles. Door de tijd werden de verschillen tussen de dieëten groter. Zo energiebehoefte voor onderhoud gelijk in week 1, maar in week 3 was dat voor de betaine groep 5,5 % minder.
De effecten van betaine alleen of in combinatie met geconjugeerd linolzuur (CLA) werden onderzocht bij slachtvarkens (Rojas-Cano et al., 2011). Hiervoor werden 20 Iberische gelten met een startgewicht van 20 kg verdeeld over 4 voedergroepen; 1) controle, 2) 0.5% betaine, 3) 1% CLA, of 4) 0.5% betaine+1% CLA. Op 50 kg werden de dieren geslacht en de karkassen onderzocht. CLA alleen had geen effect op de karkassamenstelling, maar betaine verhoogde de opbrengst van schouderham en rugvlees met respectievelijk 23 en 21 %. Dieren die CLA met betaine kregen ontwikkelden later de varkenshaas en hammen, maar deze waren wel zwaarder dan de controles (respectievelijk 22 en 5 %). Ook het buikvet ontwikkelde eerder en was lichter ingewicht dan de controles (32 %). Ook hadden de CLA en betaine dieren 6 % meer mager vlees en 5 % meer vetvrij schoudervlees vergeleken met de controles.
In een review over de effecten van betaine bij productiedieren (Eklund et al., 2005) worden positieve effecten bij osmotische stress bij diarree of coccidiose beschreven bij varkens en pluimvee. Daarbij zijn er aanwijzingen dat betaine de verteerbaarheid van sommige nutriënten verbetert. Als methyldonor levert betaine bouwstenen voor verschillende metabool actieve stiffen zoals creatine en carnitine. Toevoeging van betaine verlaagt de behoefte aan andere methyldonoren zoals methionine en choline. Ook veranderingen in karkassamenstelling worden beschreven, waarbij meer vlees en minder vet wordt aangezet. Betaine heeft dus positieve effecten op zowel de prestaties van de dieren als de karkaskwaliteit.
Onderzoek bij dragende zeugen van verschillende pariteiten die betaine (7.6-9.0 g/zeug) door het voer kregen in de zomer in Australië liet zien dat betaine de worpgrootte bij multipare zeugen vergrootte (van Wettere et al., 2012).
De producent raadt aan om 500 tot 2500 ppm betaine aan compleet zeugenvoer (88% DS) toe te voegen gedurende alle fasen.
Alfieri, R.R., Petronini, P.G., Bonelli, M.A., Desenzani, S., Cavazzoni, A., Borghetti, A.F., Wheeler, K.P. 2004. Roles of compatible osmolytes and heat shock protein 70 in the induction of tolerance to stresses in porcine endothelial cells. J Physiol. 555(Pt 3), 757-67.
Eklund, M., Bauer, E., Wamatu, J., Mosenthin, R. 2005. Potential nutritional and physiological functions of betaine in livestock. Nutr Res Rev.18, 31-48.
Obeid, R. 2013. The metabolic burden of methyl donor deficiency with focus on the betaine homocysteine methyltransferase pathway. Nutrients. 5, 3481-95.
Rojas-Cano, M.L., Lara, L., Lachica, M., Aguilera, J.F., Fernández-Fígares, I. 2011. Influence of betaine and conjugated linoleic acid on development of carcass cuts of Iberian pigs growing from 20 to 50 kg body weight. Meat Sci. 88, 525-30.
Schrama, J.W., Heetkamp, M.J., Simmins, P.H., Gerrits, W.J. 2003. Dietary betaine supplementation affects energy metabolism of pigs. J Anim Sci. 81, 1202-9.
van Wettere, W.H., Herde, P., Hughes, P.E. 2012. Supplementing sow gestation diets with betaine during summer increases litter size of sows with greater numbers of parities. Anim Reprod Sci. 132, 44-9.
Zeisel, S.H. 2013. Metabolic crosstalk between choline/1-carbon metabolism and energy homeostasis. Clin Chem Lab Med. 51, 467-75.