2.1.6 - Akkerbouwbedrijf Waalkens, Flevopolder
Hilchard Waalkens heeft een akkerbouwbedrijf, met 100 ha, aardappel, ui en tarwe. Samen met de buurman (akkerbouwer) beschikt Hilchard Waalkens over een rendabele eenheid grond. Machines en één medewerker worden gedeeld om daarmee kosten te kunnen drukken. ‘Eigenlijk is de grond hier te duur’, aldus Waalkens, maar ‘Met de bodem verdien je je geld’. Dat is ook de reden dat de helft van het bouwplan bestaat uit de teelt van tarwe (extensief). Deze keuze betaalt zich terug in de opbrengst per ha en hogere prijs door betere kwaliteit van zijn uien en aardappels(intensief). In het belang van goede grond ziet Waalkens in de toekomst de inzet van kleine robotjes op zijn bedrijf. Maar ook nu al zit Waalkens vol met plannen. Eerder renoveerde hij zijn schuur, plaatste zonnepanelen en zijn bedrijf wordt binnenkort energieneutraal.
“Ik wil mijn bedrijf continu ontwikkelen.”
De aanpassing naar minder intensieve akkerbouw gaat gepaard met een groot aantal maatregelen om vooral het organische stof gehalte van de bodem te bevorderen. Genoemd is al de positieve invloed van tarwe op het bouwplan. Andere maatregelen zijn onder andere stro hakselen, groen bemesting en een optimale drainage. Ook de inzet van lichtere machines welke met een goede bandenspanning rijden tijdens droge omstandigheden helpt mee voor de bodemkwaliteit. Maar er is meer dan bodem. Rekening houden met de natuur betekent ook zo weinig mogelijk gewasbeschermingsmiddelen gebruiken en akkerrandenbeheer. Computerprogramma’s helpen het optimale spuitmoment en dosering te bepalen. Bovendien worden insecticiden aangewend die natuurlijke vijanden sparen. Het zorgt allemaal niet direct voor extra verdiensten, maar je ziet het uiteindelijk terug in een betere kwaliteit van je producten en draagvlak bij de maatschappij. Zo ben je continu aan het balanceren tussen ecologie en economie.
De tekst uit dit voorbeeld is overgenomen uit/een aanpassing van: Polman en Dijkshoorn (red.), 2019, (p.45).