6. Quarantainebehandelingen

Onder aanvoer van dieren vallen aangekochte ooien, lammeren en dekrammen. Onder aanvoer vallen  ook gezamenlijk gebruikte rammen, ter dekking gebrachte ooien van anderen en terugkerende eigen dieren die of gezamenlijk zijn geweid met schapen, lammeren, geiten of runderen van anderen of op percelen zijn geweid waar recentelijk ook schapen, lammeren, geiten of runderen van anderen zijn geweid.

Om de insleep van nieuwe wormsoorten of resistente wormstammen op uw bedrijfspercelen te voorkomen zijn met aanvoer van dieren van een ander bedrijf verschillende acties noodzakelijk. In volgorde zijn dat:

• Vraag bij de herkomst na wat de resistentie-status is op dat bedrijf. Dat geeft u informatie tegen welke middelen de wormen in die dieren wel of niet resistent zijn en welke middelen er gebruikt zijn. Heroverweeg de aanvoer als de resistentie status van de aangevoerde dieren slechter is dan u eigen resistentiestatus.

• Wacht met inscharen van aangevoerde dieren en huisvest de aangevoerde dieren gescheiden van de eigen dieren op stal of op een betonplaat.

• Ontworm alle aangevoerde dieren met een combinatie van  een middel uit groep 2 en een middel uit groep 4 (4). Vermijd onderdoseren (1).

• Controleer de werkzaamheid van de quarantainebehandeling tegen maagdarmwormen 7-14 dagen later met mestonderzoek (6). Indien er geen wormeieren meer worden uitgescheiden, kunt u de quarantaine beëindigen en de aangevoerde dieren inscharen op de eigen percelen. Indien men tevens ook de insleep van leverbot wilt vermijden, controleer dan pas op 14-21 dagen met mestonderzoek de aan-of afwezigheid van maagdarmworm- en leverboteieren.

• Zorg dat de door deze dieren geproduceerde mest en de mest uit de veewagen (voorlopig) niet op de bedrijfspercelen komt. Vermijd ook het verslepen van deze mest via schoeisel. Onder invloed van broei, vorst, droogte en zonlicht (UV) gaan wormeieren dood. Composteren van die mest is effectief in het doden van maagdarmwormeieren en larven.

• Indien er na de quarantainebehandeling nog steeds maagdarmwormeieren worden uitgescheiden, moet er worden behandeld met een middel uit een andere groep. Controleer ook deze behandeling met een mestonderzoek (6) tussen 7 en 14 dagen na het ontwormen, alvorens de dieren in te scharen op u eigen percelen.

• Gebruik altijd een middel uit een groep die werkt tegen alle stadia, dus ook tegen geïnhibeerde larven, als quarantaine middel. Dat wil zeggen groep 3 of 4.

• Controleer  bij gebruik van een middel uit groep 2 en 5 als quarantainemiddel op 3 weken na aanvoer of de aangevoerde dieren geen wormeieren uitscheiden. Dit om uit te sluiten dat niet wegbehandelde, meegebrachte resistente larven in de aangevoerde dieren ondertussen volwassen zijn geworden en resistente wormeieren op uw percelen brengen.

• Het beste is om de aangevoerde dieren pas na vaststelling van afwezigheid van wormeieren in de mest (= 100% effectiviteit) in te scharen op bedrijfspercelen en ze tot dan op stal of plaat te huisvesten.

• Blijkt uit mestonderzoek sprake te zijn van multiresistente wormen (10) in de aangevoerde dieren, zoek dan deskundige hulp voor een plan van aanpak vóór u de dieren inschaart op uw bedrijfspercelen. Voorkom de insleep van multiresistente wormen.

Combineer deze quarantainebehandelingen met de overige benodigde quarantainehandelingen (kopschurft, wolschurft, rotkreupel, e.a.). Vermijd ook de insleep van nieuwe wormsoorten of resistente wormstammen via schoeisel van bedrijfsbezoekers!