3. Veilig land

Qua risico op een maagdarmwormbesmetting zijn voor een wormbestrijdingsadvies op maat 2 soorten grasland te onderscheiden:

1. Veilig;

   1. Grasland (1 mei- 1 november) waar in de afgelopen 3 maanden of langer geen schapen, lammeren, runderen of geiten zijn geweid.

   2. Grasland (1 november-1 mei) waar in de afgelopen 6 maanden of langer geen schapen, lammeren, runderen of geiten zijn geweid.

   3. grasland dat 1 november veilig is, blijft de hele winter veilig voor schapen en lammeren ouder dan 6 maanden. Door de koudere weersomstandigheden (< 10^OC in deze periode ontwikkelen de wormeieren zich niet tot larven waardoor de besmettingsdruk op het grasland niet kan toenemen en het grasland veilig blijft.

   4. Land waar uitsluitend schapen, lammeren, runderen of geiten worden geweid die geen wormlast hebben en geen wormeieren uitscheiden.

2. Gevaarlijk;

   1. grasland waar in de afgelopen 3 maanden schapen, lammeren, runderen of geiten zijn geweid.

   2. grasland dat langer dan 2 weken is beweid door schapen, lammeren, runderen of geiten. Verweiden binnen periodes van 2 weken zonder terugkeer  op eerder beweid grasland is veilig.

   3. grasland dat 1 november gevaarlijk is, blijft de hele winter gevaarlijk voor in de zomer en het najaar geboren lammeren.

   4. Grasland dat 1 november veilig  is en daarna is  beweid met schapen, lammeren, runderen of geiten kan gevaarlijk zijn voor beweiding met jonge lammeren na maart.

   5. Grasland waarop reeën weiden.

Deze risico-indeling van grasland geldt voor alle wormsoorten (9) behalve Nematodirus. Nematodirus heeft een ander ontwikkelingspatroon. De WormenWijzer houdt daar rekening mee en het gebruik van de WormenWijzer in combinatie met deze risico-indeling minimaliseert de kans op de nadelige gevolgen van alle wormsoorten. Dus ook de kans op nematodirose.

Vrieskou maakt gevaarlijk grasland veilig voor alle wormsoorten (9) behalve voor Nematodirus.

Onvoldoende veilig land

Bij onvoldoende veilig grasland kan het nodig zijn om lammeren in te scharen op gevaarlijk grasland waar in de afgelopen 3 maanden schapen, lammeren, runderen of geiten(lammeren) zijn geweid. Keer het eerst terug op percelen waar ze het langst niet zijn geweid (maximaliseren beweidingsintervallen) of op percelen die tussendoor zijn gemaaid voor de voederwinning.