Voeding als randvoorwaarde voor dierenwelzijn
Samen met huisvesting is voeding een belangrijk aspect van de leefomgeving en een randvoorwaarde om welzijn te optimaliseren. Hoe het met het welzijn gesteld is, is af te lezen aan gedrag en gezondheid.
Als een dier niet genoeg voedsel en water op kan nemen, krijgt het een gevoel van honger en dorst. Door langdurige honger en dorst kunnen dieren negatieve emoties en lichamelijke veranderingen ondervinden die slecht zijn voor het welzijn van het dier.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Dorst
Als dieren te weinig water binnenkrijgen krijgen ze dorst. Het dorstgevoel heeft een functie. Het maakt dat dieren gaan drinken om te voorkomen dat hun gezondheid in gevaar komt. Een afname van het lichaamswatergehalte van 10% brengt al een aantal lichaamsfuncties in gevaar. Een daling van 15% betekent voor veel dieren acuut levensgevaar. Gevolgen zijn onder andere minder efficiënte lichaamsreacties, verminderde afvoer van afvalstoffen, verhoging van de lichaamstemperatuur, en afname van het lichaamsgewicht, melk- of eiproductie en/of prestatie. Een dier moet dus altijd over voldoende water en water van goede kwaliteit kunnen beschikken. Dit kun je aanbieden als drinkwater, maar kan ook uit voedingsmiddelen gehaald worden.
Honger
Honger is een signaal van het lichaam dat wijst op een energietekort. Als een dier niet voldoende voedsel binnen krijgt, spreekt hij zijn lichaamsreserves aan. Vet bijvoorbeeld. Uiteindelijk zal hij ook bestanddelen die niet als reserve bedoeld zijn, gebruiken. De gezondheid van het dier komt dan in gevaar.
De meeste gehouden dieren krijgen voldoende voer. Sommige dieren worden beperkt gevoerd. Dat is, omdat ze anders vervetten, wat een risico inhoudt voor hun gezondheid en vruchtbaarheid. Ouderdieren van snelgroeiende vleeskuikens worden bijvoorbeeld beperkt gevoerd. Honger kan ook voorkomen bij dieren die laag in de rangorde staan, vooral als er competitie rondom voer is. Het is daarom belangrijk dat er voldoende voerplaatsen zijn.
Honger is niet goed, maar te veel (energierijk) voer is ook niet goed voor het welzijn. Door overvoeding worden dieren te dik, wat slecht is voor de gezondheid.