/
Samenstelling voeding en dierenwelzijn

Samenstelling voeding en dierenwelzijn

Samenstelling rantsoen

Een dier eet tot hij verzadigd is. Hij kan echter niet zelf bepalen of hij ook voldoende voedingsstoffen heeft binnengekregen. Daar moet jij als verzorger dus voor zorgen. Daarnaast moet je rekening houden met de spijsvertering en de voedingsbehoefte van het dier. Zo geef je bijvoorbeeld een carnivoor geen gras, omdat hij dat niet kan verteren.
Fermentatieve verteerders, zoals grazende herkauwers, krijgen vaak fruit, granen of brokken. Daar zit veel suiker en zetmeel in. Ze krijgen daarvan regelmatig te veel op een dag of te veel in één keer. Deze stoffen worden door de bacteriën heel snel afgebroken, wat leidt tot een snelle verzuring. In een zuur milieu sterven de bacteriën massaal, waardoor de vertering van het dier ernstig verstoord raakt. Bij koeien heeft dat pensverzuring en diarree tot gevolg. Voor veel herbivoren hoort de bulk van het rantsoen uit ruwvoer te bestaan.

Kwaliteit gebit

Het is belangrijk dat het voedsel van dieren past bij de mogelijkheden van het gebit, maar ook het gebit laat werken zoals het bedoeld is. Wilde paardachtigen zijn een groot deel van een etmaal bezig met de opname van grassen. De vele kauwbewegingen zorgen voor een gelijkmatige slijtage van de kiezen die daarop zijn afgestemd. Als paardachtigen in gevangenschap minder hoeven te kauwen, bijvoorbeeld omdat ze brokken of gehakseld gras krijgen, slijten de kiezen minder gelijkmatig. Er kunnen dan scherpe randen aan de kiezen ontstaan, de zogenaamde ‘haken’. Die haken veroorzaken pijnlijke beschadigingen aan de binnenkant van de mond en leiden tot een verminderde voeropname.

 

Effect van leeftijd

De behoefte aan voedingsstoffen varieert met de leeftijd. Jonge dieren hebben veel behoefte aan eiwitten. Dat komt doordat de weefsels die tijdens de groei gevormd worden, voornamelijk uit eiwit bestaan. De eiwitbehoefte neemt af bij het ouder worden. De eiwitbehoefte van volwassen dieren is veel lager dan tijdens de groei.

 

Voedselzoekgedrag

Naast de hoeveelheid en samenstelling van voer, heeft ook de wijze van verstrekking gevolgen voor dierenwelzijn. Heel veel soorten dieren zijn een groot deel van de dag bezig met hun maaltijd bij elkaar te zoeken, door bijvoorbeeld te grazen of te jagen. Bij gehouden dieren is dit meestal niet meer zo. De dieren krijgen hun voer voorgeschoteld en zijn vaak maar een fractie van hun tijd bezig met eten vergeleken met hun soortgenoten in de natuur. Dit kan tot verveling, frustratie en afwijkend gedrag leiden. Het is daarom van belang dat gehouden dieren worden uitgedaagd om meer moeite te doen om hun voedsel te verkrijgen. Je kunt het voedsel bijvoorbeeld verstoppen of uitstrooien. Meer voedselopnamemomenten op een dag is vaak beter voor dieren dan één keer een grote maaltijd.

 

 

Related content

Invloed van voeding op dierenwelzijn
Invloed van voeding op dierenwelzijn
More like this
Oriënteren op dierenwelzijn en voeding
Oriënteren op dierenwelzijn en voeding
More like this
1.14 Kernpunten bij de uitleg over het fokken van dieren
1.14 Kernpunten bij de uitleg over het fokken van dieren
More like this
Verwondingen en afwijkingen
Verwondingen en afwijkingen
More like this
Invloed van huisvesting op dierenwelzijn
Invloed van huisvesting op dierenwelzijn
More like this