Case 2 - Melkveebedrijf Familie Roos
Deze casus beschrijft een melkveebedrijf in Voorst. Lees eerst de opdracht en daarna de casus.
Opdracht
Je leest straks een uitgebreide casus. Breng in beeld welke personen een rol spelen. Noteer per persoon een aantal steekwoorden die hem/ haar typeren.
Uit de casus blijkt dat er een tweede familiegesprek gepland is. Er is daarbij begeleiding gevraagd bij een bedrijf met coaches voor bedrijfsovernames. Jullie vertegenwoordigen dit bedrijf. Maak de opdracht in groepen van 3-4 studenten. De docent geeft aan welke vragen jullie moeten beantwoorden.
Eerstejaarsstudenten
Hoe is de onderlinge communicatie in de familie? Wat zijn sterke punten en hoe kan de communicatie verbeterd worden?
Wat zijn de belangrijkste wensen en belangen van de opvolgers, de niet-opvolgende zussen, de vader en de moeder in de casus?
Welke knelpunten zijn er rondom wonen, pensioen, financiering, samenwerken en het opvolgingsproces?
Derdejaarsstudenten
Bedenk randvoorwaarden voor het investeringsplan. Wat is een goede uitkomst, welke belangen moeten worden afgewogen, wat is de tijdlijn van het plan en welke compromissen zijn onvermijdelijk?
Welke andere familie-, bedrijfs- en eigendomskwesties kunnen spanningen veroorzaken tijdens het opvolgingsproces?
Wat zijn stappen die de familie moet zetten rondom de opvolging op de korte, middellange en lange termijn?
Welke stappen kan de familie zelf oppakken en waar hebben ze ondersteuning nodig van externe adviseurs en welke kennis en vaardigheden heeft deze adviseur nodig?
De casus
Het familiegesprek
Op een donderdagavond in de winter van 2022 komt de familie Roos bij elkaar voor een goed gesprek over de opvolging van het familiebedrijf, een melkveehouderij. Oudste dochter Miranda belt in via een videoverbinding vanuit Assen. Ze heeft een zoon van een jaar en de reis naar de boerderij in het Gelderse Voorst is te ver. Vader Gert, moeder Hennie, oudste zoon Jelle en zijn partner Christel, zoon Kristian en zijn partner Irene, dochter Lieke, en jongste dochter Barbera zitten in een ronde opstelling in een gezellig ingerichte ruimte in de stal van de 17e -eeuwse boerderij. Om hen heen staan rekken met vrouwenkleding, van goede kwaliteit en in Europa geproduceerd. Hennie handelt al ruim veertig jaar in kleding. Eerst samen met haar oudere zus en nu met een compagnon.
Zowel Jelle als Kristian zijn zes jaar geleden als vennoot toegetreden tot het melkveebedrijf, toen een boerderij een paar honderd meter verderop kon worden overgenomen. Kristian, de jongste van de twee, zat toen nog op de hogere landbouwschool in Dronten. Vader Gert, halverwege de vijftig, moet nog minstens 10 jaar door in het bedrijf. Niet alleen omdat het pensioen nog ver weg is, maar ook omdat het bedrijf zwaar gefinancierd is. Er is geen geld om vader uit te kopen, zeker omdat er nog flink geïnvesteerd moet worden. De opvolging verliep tot nog toe soepel, maar het familiegesprek komt op een goed moment. Door de coronapandemie ziet de familie elkaar niet meer zo vaak als gewoonlijk. De drie dochters van het gezin zijn uitgevlogen, maar willen graag geïnformeerd worden.
Veel onderwerpen worden er die avond besproken. De sfeer is open, geen enkele vraag of onderwerp is taboe. Er wordt veel gelachen met elkaar, er staan hapjes op tafel en om half 10 pakt oudste zoon Jelle wat flesjes bier uit de koelkast. Aan het einde van het gesprek komt er een lastig onderwerp op tafel. ‘Ik wil graag dat de relaties goed blijven’ begint Irene, die al vier jaar met haar verloofde Kristian in een appartement op de zolder van de schuur van het ouderlijk huis woont. ‘Maar ik merk dat ik behoefte heb aan een eigen plekje’, vervolgt ze. ‘Desnoods gaan we tijdelijk in een huurhuis zitten in Voorst’. Vader Gert reageert resoluut op dit voorstel: ‘Nee, ik wil s ’nachts niet meer verantwoordelijk zijn voor de boerderij, die tijd ligt achter mij’.
Gert en Hennie willen weg van de boerderij, maar zijn niet van plan om in een rijtjeshuis in het dorp te wonen. Ze willen een vrijstaand huis met een weids uitzicht, het liefst niet al te ver van de boerderij. Vier jaar geleden, toen Kristian en Irene bij hun (schoon)ouders introkken, is afgesproken dat de ouders binnen 5 jaar van de boerderij vertrekken. Martijn, de partner van Lieke die via een videoverbinding aan het gesprek deelneemt vanuit hun huis in het Drentse Zweeloo, is de clown van de familie, maar kan ook heel direct zijn: ‘Ik denk dat deze situatie nog wel even voort duurt. Jullie zoeken naar een speld in een hooiberg in deze huizenmarkt’. Martijn legt de vinger op de zere plek, de familie zit in een impasse. Hoe kan de familie de woonsituatie oplossen, investeren in de toekomst van het bedrijf en tegemoetkomen aan de belangen en wensen van alle familieleden?
Een lang gekoesterde wens
Het familiebedrijf had van oudsher vooral pachtgrond, waardoor het makkelijk over te dragen was omdat het bedrijf minder waarde vertegenwoordigde. Gert is een goede en hardwerkende melkveehouder, die veel energie in zijn bedrijf heeft gestopt. In dat opzicht was hij anders dan zijn vader, die in veel besturen zat en altijd aan het vergaderen was. Veel van het werk liet hij over aan een medewerker, die ontslagen werd toen Gert van de middelbare landbouw school kwam. Waar vader en zoon het wel over eens waren was de voortzetting van het familiebedrijf. Tijdens de overdracht werd officieel vastgelegd dat Hennie het bedrijf moest overnemen in geval van het overlijden van Gert. Hennie vond dat maar een rare constructie op dat moment, omdat ze voor vijf jonge kinderen moest zorgen en weinig ervaring had in de agrarische sector.
Gert zag dat zijn beide zoons al vanaf jonge leeftijd interesse in het bedrijf hadden. Omdat hij besefte hij dat het bedrijf niet groot genoeg was voor twee opvolgers ondernam hij actie. Hij ging toen de jongens nog geen 10 jaar waren op bezoek bij een bedrijf verderop dat door twee broers werd geleid zonder opvolger. De broers gunden het bedrijf aan de familie. Toen ze het bedrijf meer dan 10 jaar later konden kopen, kwam dat eigenlijk te vroeg. Maar de jongens waren ambitieus en het was de kans van een leven. Door de enorme investering van de aankoop moet Gert wel langer door in het bedrijf: ‘Zes jaar geleden, toen we de buurman kochten tekende ik voor 20 jaar extra werk, daar komt het op neer. Twee miljoen, twintig jaar werk’.
Hennie vindt het prachtig dat haar twee zoons in het bedrijf zijn gestapt, maar heeft wel eens gedacht dat de dames van het gezin te veel over het hoofd worden gezien tijdens de opvolging. Als er geen zoons waren geweest dan was Lieke misschien wel opvolger geworden denkt Hennie. Ze heeft wel eens gezegd tegen haar man: ‘Waarom neem je Lieke niet wat meer aan de hand en leer je haar trekker rijden?’
Het bedrijf en de omgeving
Toen Gert het bedrijf van zijn vader overnam in 1994 waren er ongeveer 65 melkkoeien. In de afgelopen decennia, en vooral sinds de jongens in de maatschap zijn gekomen, is er veel veranderd. Het bedrijf is succesvol: er is sprake van groei en van automatisering. Inmiddels heeft het bedrijf in totaal 200 melkkoeien op twee locaties. Op de locatie waar het ouderlijk huis staat is in 2019 een nieuwe stal gebouwd en zijn twee melkrobots aangeschaft. Op de aangekochte locatie wordt nog met de machine gemolken, maar er zijn plannen voor de aanschaf van een nieuwe stal, stalinrichting en een melkrobot. Doordat er meer familiearbeid is, wordt er minder loonwerk ingehuurd. Deze kostenbesparingen zijn mooi meegenomen. Ook draait het bedrijf technisch goed, met een lage kostprijs voor de melk.
Het bedrijf ligt vlak langs de IJssel omringt door natuurgebied. Slechts een paar kilometer verderop is een veerdienst. Dit maakt het bedrijf aantrekkelijk voor verbredingsactiviteiten omdat er relatief veel toeristen en dagrecreanten komen in het gebied. 's Zomers fietsen er veel mensen over de dijk, die stoppen voor een ijsje en misschien ook een kijkje nemen in de kledingwinkel van Hennie. De monumentale boerderij van de familie is bijna vier eeuwen oud en daardoor een mooie plek om te bezichtigen.
De natuurwaarden in het gebied bieden mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer. Het bedrijf heeft grond van Staatsbosbeheer in gebruik in de uiterwaarden van de IJssel. Aan het gebruik van de grond zijn voorwaarden verbonden en ze moeten cursussen volgen over natuurbeheer. Doordat het bedrijf dichtbij natuurgebieden ligt kan dit in de toekomst het ondernemerschap remmen of zelfs uitmonden in het opkopen van het bedrijf door de overheid. Gert zegt dat dit scenario reëel is en dat er op voorhand afspraken moeten worden gemaakt met de familie om de financiële afwikkeling goed te regelen wanneer dit scenario werkelijkheid wordt.
Hoewel het bedrijf 200 melkkoeien heeft willen ze niet als grote boer worden gezien door de omgeving. Ze willen het imago van een betrokken familiebedrijf. Kristian is het gezicht van het bedrijf naar buiten toe. Hij is voorzitter van de lokale vereniging voor plattelandsjongeren en vertegenwoordigd de agrarische sector in een ondernemersfonds. Hij staat liever in de spotlights dan zijn oudere broer en spreekt gemakkelijker in het openbaar. De goede reputatie van het bedrijf is waardevol voor de familie, ze willen graag verbonden zijn met hun omgeving. Ze denken dat ze hiermee een gunfactor krijgen, wat ze kunnen omzetten in een concurrentievoordeel.
Ondernemende broers
Toen de overname serieus begon te spelen in 2014 was Jelle net zijn studie aan het afronden, terwijl Kristian nog volop in de studieboeken zat. Jelle heeft interesse in en talent voor de financieel-economische kant van het agrarisch ondernemerschap. Tijdens zijn afstuderen schrijft hij een overnameplan dat later gebruikt wordt om geld los te krijgen bij de bank om de overname van de tweede locatie te bekostigen. Kristian is meer extrovert en zit in allerlei verenigingen, zoals het lokale landschapsbeheer. Hij is op stage geweest in Australië en ziet overal kansen als ondernemer. Hij denkt groot en is niet bang om een risico te nemen.
De broers hebben ieder een eigen locatie. Kristian heeft de dagelijkse leiding op de boerderij waar het ouderlijk huis is, terwijl Jelle de aangekochte locatie onder zijn hoede heeft. Jelle heeft samen met zijn vrouw Christel een aantal jaar in een unit gewoond terwijl de boerderij grondig verbouwd. Sinds ongeveer een jaar wonen ze weer in de grondig verbouwde boerderij. Vader Gert is verantwoordelijke voor het voeren en doet een groot deel van het tractorwerk. De zoons melken, doen de administratie en de inkoop. Hoewel er twee locaties zijn, kan het bedrijf profiteren van schaalvoordelen en kunnen ze arbeid flexibel inzetten door elkaar te ondersteunen wanneer dat nodig is.
De samenwerking tussen de twee broers is goed. Ze vullen elkaar niet alleen goed aan, ze zijn het ook vaak eens wanneer er strategische beslissingen moeten worden genomen. Vader Gert is dan bij tijd en wijlen de remmende factor. Hij wil dat zijn zoons hem overtuigen van de plannen en geeft vaak de doorslag. Dat is op zich geen verkeerde dynamiek, omdat de plannen van de jongens goed onderbouwd zijn wanneer ze wel doorgang vinden. Maar vaak ontbreekt het aan positieve feedback en waardering van Gert voor zijn zoons. Te vaak blijft vooral de kritische noot hangen.
Jelle lijkt het meest op zijn vader. Allebei zijn ze perfectionistisch in het werk en gericht op de details. Het zijn echte koeienmannen, ze zien het meteen als er een koe kreupel is. Nog voordat de productie omlaag gaat. Daarnaast zijn het geen praters, ze kroppen frustraties op. Als er ruzie is dan is het meestal tussen Gert en Jelle. Moeder Hennie roept dan de mannen bij elkaar om de lucht te klaren.
Ondanks deze onvermijdelijke conflicten en soms moeizame communicatie is er veel wederzijds respect en genegenheid tussen vader en zoons. Daarnaast is het bedrijf bijzonder succesvol. Investeringen worden goed onderzocht. Er worden veel offertes van leveranciers en aannemers met elkaar vergeleken en afwegingen worden zorgvuldig gemaakt. Door het succes is er ook veel vertrouwen vanuit de bank. ‘We krijgen makkelijk geld los voor investeringen, doordat we ondernemerschap laten zien en goede plannen maken. Onze relatie bij de bank gaf zelfs aan dat we ons plannen naar voren konden halen’. De sociale vaardigheden en het ondernemerschap van jongste zoon Kristian, de aandacht voor detail en financiële en bedrijfskundige aspecten van oudste zoon en de kritische grondhouding en jarenlange ervaring van vader Gert dragen hier allemaal aan bij.
De twee broers hebben hun partner allebei ontmoet tijdens de studie. Beiden hebben een agrarische achtergrond en werken nog steeds in de sector. Christel werkt bij een voerleverancier. Irene werkt bij een bank en verstrekt hypotheken aan de agrarische sector. Beide vrouwen hebben een goede kennis van de sector en zijn daardoor een goede sparringpartner voor Jelle en Kristian.
Sinds de zomer van 2021 is Irene begonnen met het maken en verkopen van ijs op de boerderij. Vooraan het erf is een huisje gebouwd waar het ijs gemaakt en verkocht wordt. Er is bewust voor gekozen om dit op het erf te doen bij Kristian, omdat Jelle niet veel affiniteit heeft met verbredingsactiviteiten. Die wil geen burgers op zijn erf en de hele dag vragen krijgen over het boerenbedrijf. Kristian ziet wel kansen, zeker in combinatie van de boerderij, de ijswinkel en de kledingwinkel van zijn moeder. ‘Het bedrijf krijgt hierdoor meer naamsbekendheid, het is een volledige concept. Door verbreding ben je ook veel minder afhankelijk van de melkprijs’.
Een thuisplek voor iedereen
De boerderij van de familie is niet alleen een plek voor ondernemerschap, het is ook een thuisplek voor de hele familie. Jongste dochter Barbera studeert in Groningen en komt nog regelmatig thuis. Lieke en haar vriend hangen in de zomer vaak rond het zwembad in de tuin om te barbecueën. Ook oudste dochter Miranda, die in een nieuwbouwwijk woont, heeft behoefte om zo nu en dan de rust en de ruimte van de boerderij op te zoeken. Nadat haar zoon was geboren zei ze op een familiebijeenkomst: ’deze kleine gaat later bij opa op de boerderij rondlopen’. Schoonzus Irene reageerde toen: ‘Over een paar jaar woont opa hier niet meer’. Dat de boerderij van de ene op de andere generatie over gaat en de veranderingen die dat met zich meebrengt waren nog niet volledig ingedaald bij Miranda.
De klik tussen de dochters en de schoonzusjes is goed. Voor Lieke is dit erg belangrijk: ‘Stel, mijn broer was thuisgekomen met een of ander persoon waarvan je echt denkt ‘moet jij straks in mijn ouderlijk huis gaan wonen?’ Maar dat is helemaal niet het geval. Beide schoonzusjes passen allebei perfect in de familie.’
De emotie die komt kijken bij het ouderlijk huis wordt soms als een last ervaren door schoondochter Irene. ‘Dat vind ik wel een nadeel. We hebben altijd met dat thuisgevoel te maken, die emotionele binding. Jelle en Christel hebben daar geen last van.’ Dat wordt ook onderschreven door haar schoonmoeder. Tegelijkertijd hoopt Hennie dat het huis een plek van samenkomst blijft. Hennie heeft zelf altijd een open huis gehad, er kwam veel bezoek en de deur zat nooit op slot. In het familiegesprek komt naar voren dat Irene behoefte heeft aan een eigen plek. Ze staat er anders in dan haar schoonmoeder. Ze is gastvrij en houdt van gezelligheid, maar heeft ook behoefte aan privacy.
In hoeverre het ouderlijke huis een ontmoetingsplek blijft nadat de ouders verhuizen is iets wat nog weinig besproken is binnen de familie. Wanneer de privacy van het jonge stel niet wordt gerespecteerd kunnen de familierelaties vertroebeld raken. Daartegenover moet de emotionele binding van ieder familielid met de plek niet veronachtzaamd worden. Openheid over verwachtingen en duidelijke afspraken over grenzen zijn wenselijk.
De vrouwen in het gezin
Tijdens het familiegesprek merkt Christel op dat de vrouwen in het gezin Roos relatief weinig meedraaien in het agrarisch bedrijf. Schoondochters Christel en Irene zijn allebei opgegroeid op een agrarisch familiebedrijf. De moeders van de twee schoondochters waren echte boerinnen. Daardoor werden de dochters ook al op jonge leeftijd betrokken bij de werkzaamheden. Hoewel Hennie zich sterk verbonden voelt met de agrarische sector en de vrije levensstijl, hielp ze alleen mee tijdens piekmomenten. Bijvoorbeeld in de periode dat er veel kalfjes werden geboren.
Daar komt bij dat Hennie al ruim 40 jaar een eigen handel heeft in kleding. Van de inkomsten uit dit bedrijf werden veel van de variabelen kosten betaald zoals boodschappen, vakanties en andere gezinsuitgaven. Hierdoor kon veel van het inkomen uit de boerderij geïnvesteerd worden. ‘De accountant vroeg wel eens: ‘Waar leven jullie van?', merkt Hennie op. ‘De jongens weten niet hoeveel van mijn geld in het bedrijf zit’. Hennie mist soms waardering voor haar bedrijf, het draait toch vooral om de melkveehouderij thuis: ‘Toen de kinderen nog jong waren was ik in de avonden en op zaterdag vaak met de auto op pad om bestellingen bij klanten af te leveren. De kinderen gingen dan mee. Mijn man vraagt nu wel eens: ‘Hoe deed je dat toen?’ Maar destijds was het vanzelfsprekend.’
Middelste dochter Liek is haar hele leven al gek op dieren. Toen de opvolging meer begon te spelen in de familie stelde ze zichzelf serieus de vraag of ze ook in het bedrijf wilde stappen. Het antwoord daarop was uiteindelijk een duidelijke nee. Hoewel ze een goede band heeft met haar broers en haar vader wil ze niet met hen samenwerken. Daarnaast is ze vooral geïnteresseerd in kleinvee en huisdieren. Na een opleiding aan de groene hogeschool in Leeuwarden werkt ze nu als docent op de opleiding Diergeneeskunde. Ze geeft in het familiegesprek aan dat ze dankbaar is dat ze een bewust moment van reflectie heeft genomen over haar positie in de opvolging. Anders had ze misschien op een later moment spijt kunnen krijgen. Nu weet ze dat ze bewust voor een ander pad heeft gekozen.
Vader Gert vindt het een hele geruststelling dat zijn dochters goed terecht zijn gekomen. De oudste twee hebben een goede opleiding, een baan, een partner en een eigen huis. Jongste dochter Barbera is nog aan het studeren, maar weet ook goed wat ze wil in het leven. Hierdoor wordt het gunnen van de dochters richting de opvolgers makkelijker volgens Gert. Zijn eigen broer raakt door een ernstige ongeluk arbeidsongeschikt en kwam in financieel zwaar weer. Het bedrijf was toen al overgedragen, maar Gert voelde zich er wel ongemakkelijk bij.
Moeder Hennie vindt dat Gert te veel waarde hecht aan continuering van het familiebedrijf. Ze staat er zelf wat zakelijker in en vindt dat haar dochters belangen niet ondergesneeuwd moeten raken. Over financiële compensatie van de dochters bij de overname is weinig gesproeken in het gezin. Gert denkt dat er weinig overblijft, omdat het bedrijf zwaar gefinancierd is en er ook voldoende over moet blijven voor het pensioen van de ouders. Hij wil zijn dochters in de toekomst een groter erfdeel gunnen maar dit is nooit besproken en niet vastgelegd. Ook de dochters zelf zien graag dat het bedrijf wordt voortgezet en gunnen de opvolging aan de twee zonen, maar hebben wel behoefte om het gesprek hierover aan te gaan.
Financiële afwegingen
Het bedrijf is zwaar gefinancierd. Het percentage vreemd vermogen is net iets hoger dan 70%. Doordat het bedrijf goed draait is dit geen acuut probleem. Ook nieuwe investeringen kunnen nog wel gedaan worden, omdat er veel vertrouwen is in het ondernemerschap van de familie en de financiële onderbouwing van investeringen.
Maar de combinatie van bedrijfsinvesteringen, de nieuwe woning van de ouders en de bedrijfsoverdracht maken de financiële situatie complex. Een vrijstaand huis in de prachtige omgeving nabij de IJssel kost al snel tussen de 600.000 en 800.000 euro. ‘Mijn schoonouders waren tevreden met een rijtjeshuis in Voorst. Ik zelf moet daar niet aan denken, ik wil van me afkijken’, zegt Hennie.
De overdracht duurt nog minstens 12 jaar volgens Gert, omdat hij dan pas de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Daarnaast is het uitkopen van de ouders en een eventuele financiële compensatie voor de zussen moeilijk te financieren in de nabije toekomst. Tegelijkertijd is het bedrijf groeiende en kunnen de broers slachtoffer worden van hun eigen succes. Tijdens het familiegesprek wijst Irene op dit probleem vanuit haar achtergrond in de bankensector: ‘De overnamesom van het bedrijf wordt in de toekomst alleen maar hoger en dus niet per se makkelijker te financieren’.
De niet-opvolgende dochters vinden het belangrijk dan hun ouders een goed pensioen krijgen na jarenlang hard werken. Ook stellen ze in het familiegesprek kritische vragen over hun rechten wanneer het bedrijf door de broers verkocht wordt. In het maatschapscontract is een meerwaardeclausule afgesproken van 12 jaar na de overdracht. De dochters moeten financieel gecompenseerd worden wanneer de broers het bedrijf in deze periode verkopen en niet doorgaan in het agrarisch ondernemerschap. Aangezien de overdracht na verwachting nog een aantal jaar duurt zijn de broers begin vijftig wanneer ze vrij kunnen beschikken over het bedrijf. Wanneer de overdracht echter eerder plaatsvindt, moet de meerwaardeclause mogelijk verlengd worden.
Ieder jaar komt er iemand van de bank langs voor een gesprek. Dan worden de resultaten en prognoses besproken en staan de investeringsplannen op de agenda. De bouw van een nieuwe stal op de tweede locatie heeft op dit moment prioriteit. Doordat een tweedehands stalinrichting overgenomen kon worden is dit plan in een stroomversnelling geraakt. ‘Dit was een kans die we niet konden laten liggen, als we de stalinrichting niet hadden gekocht dan had een andere ondernemer dat gedaan’, aldus Jelle.
Hennie vindt het mooi dat haar zoons dynamiek in het bedrijf gebracht hebben. Hierdoor is de bank bereid om meer leningen te verstrekken. Maar al die investeringsplannen gaan wel ten koste van de privéwensen van Hennie. Ze heeft dat privébelang vaak alleen moet verdedigen omdat haar man sterk gericht is op de ontwikkeling van het bedrijf. De houdbaarheid van de woonsituatie is beperkt. Maar wanneer het bedrijfsbelang de boventoon voert dan kan het nog wel enige tijd duren voor de situatie wordt opgelost. Kristian kan nog wel een paar jaar bij zijn ouders wonen, maar zijn partner wil verandering.
De familie laat zich heel beperkt adviseren. De account is lovend over de resultaten van het bedrijf. De jaarcijfers worden gebruikt om plannen te onderbouwen. Tegelijkertijd is de accountant volgens Gert niet competent genoeg om de overname te begeleiden. Doordat de familie ondernemend is en de kennis en vaardigheden heeft om plannen financieel te onderbouwen is er ook minder behoefte aan advies. Volgens Hennie zijn er vooral adviseurs betrokken met een belang in het bedrijf, zoals de bank, de accountant en de voedingsleverancier. Een begeleider die afstand heeft tot het bedrijf en een open gesprek kan begeleiden waarin alle belangen op tafel komen kan zinvol zijn volgens Hennie. Haar man is hier minder enthousiast over. Niet alleen omdat er kosten aan verbonden zijn, maar ook omdat hij de urgentie niet ziet omdat de familierelaties goed zijn.
Een leven naast de boerderij
Gert heeft zijn hele leven hard gewerkt. Hij werkte vaak tot een uur of acht op de boerderij. Na een koffiepauze ging hij rond half tien met de administratie aan de slag. Sinds zijn zoons vennoten zijn geworden in het bedrijf is de situatie flink veranderd. Gert voert zijn taken nog altijd zeer precies uit, maar heeft ook minder stress en meer vrije tijd. Tegelijkertijd weet Gert dat hij niet op het erf kan blijven wonen. Hij wil echt los komen van het bedrijf. Als hij op de boerderij blijft dan heeft hij altijd het gevoel dat hij moet werken.
In het verleden waren er slechte ervaringen met inwonende familieleden. De opa en oma van Gert woonden in zijn jeugd op de boerderij. Dit is de familie slecht bevallen en zijn eigen ouders hebben daarom besloten om naar het dorp te verhuizen. Dat voorbeeld willen Gert en Hennie graag volgen, alleen willen ze wel op een mooier plekje wonen dan opa en oma. Of de woonwensen van Gert en Hennie financieel haalbaar zijn en of er binnen een redelijke termijn een geschikte woning beschikbaar is valt te bezien. Misschien dat ze uiteindelijk iets moeten inbinden.
Hennie is altijd maatschappelijk betrokken geweest en heeft veel van de wereld gezien. Ze is een tijd reisleider geweest. Met haar oudste dochter Miranda is ze naar Namibië geweest, op bezoek bij haar zus die daar aan een ontwikkelingsproject werkt. Ze wilde haar dochter meegeven dat haar eigen comfortabele en welvarende jeugd niet vanzelfsprekend is. In het verleden heeft het gezin vluchtelingen uit Syrië in het huis opgevangen. Hennie doet dit soort dingen vanuit haar religieuze overtuiging. Ze is trots op het vrijwilligerswerk van haar zoons in de kerk. Ook vindt ze het belangrijk dat mensen een beter beeld hebben van de agrarische sector. Er zijn veel vooroordelen over boeren die totaal niet kloppen volgens Hennie. Een groot christelijk gezin met een agrarische achtergrond wordt vaak als bekrompen, weinig tolerant en wereldvreemd gezien. Met haar open houding, tolerantie, gastvrijheid en vooral liefde voor haar medemens probeert ze dit beeld te ontkrachten.
Hennie vindt dat haar man te weinig een leven heeft naast het bedrijf. Eind 2020 hebben Hennie en Gert een reis van een maand door Columbia gemaakt om te vieren dat haar bedrijf veertig jaar bestond. Hennie zag haar man opbloeien tijdens die reis en verwondering tonen over wat er allemaal te zie was. Ze hoopt dat hij meer een eigen leven krijgt wanneer het bedrijf een minder grote rol inneemt.
Opnieuw om de tafel
De dochters in het gezin waren niet goed op de hoogte van de ver uitgewerkte investeringsplannen en geven aan dat ze het prettige vinden om beter te worden geïnformeerd. De familie besluit om een nieuw familiegesprek te plannen, waarin de plannen voor de nieuwe stal centraal staan. Ook worden de mogelijkheden onderzocht om een huis voor de ouders mee te financieren. In het laatste gesprek merkte de bankmedewerker terloops op dat er wellicht ook een huis voor de ouders moet worden gefinancierd. Dit geeft aan dat er mogelijkheden zijn, maar het is zeer de vraag of de financiële ruimte voldoende is om alle plannen uit te voeren.
Naast de aanstaande investeringsplannen en de broodnodige stappen die gezet moeten worden in de woonsituatie wil de familie meer grip op het overname proces. Ze willen voor zichzelf helder hebben welke stappen er nog gezet moeten worden, wanneer beslissingen moeten worden genomen en welke belangen daarin moeten worden meegenomen.
Hennie en Kristian gaan het gesprek samen voorbereiden. Ze besluiten om een agenda op te stellen. Het eerste agendapunt is het investeringsplan voor de stal en de financiële mogelijkheden voor de aankoop van een huis voor de ouders. Daarnaast willen ze de tweede helft van het gesprek besteden aan het maken van afspraken over het opvolgingsproces. Hennie en Kristian voelen zich overweldigd door deze taak en besluiten advies in te winnen bij een bureau waar coaches werken die bedrijfsovernames begeleiden.
Ondersteunende literatuur
Matser, I., J. Bouma, E. Veldhuizen. 2020. No hard feelings? No hard feelings? Non-succeeding siblings and their perceptions of justice in family firms. Journal of Family Business Management
Bouma, J., I. Matser, H. Meester, A. Rops, E. Veldhuizen, K. Visser en C. Willige. 2018. Agrarische bedrijfsopvolging: een project voor de hele familie.
Agrarische Bedrijfsopvolgingsscan (nog in ontwikkeling)