Case 3 - Akkerbouwbedrijf Van der Horst
Deze casus omvat een akkerbouwbedrijf van de familie van der Horst. Lees eerst goed de opdracht en daarna de casus.
Opdracht
Maak een genogram van de familie van der Horst die uit twee gezinnen bestaat. Een genogram is soort kaart/stamboom met daarin meerdere generaties weergegeven inclusief de onderlinge relaties. Geef daarin aan hoe het aandeel in de huidige maatschap is verdeel.
Geef vervolgens aan wie volgens jou het meeste in aanmerking komt voor een toekomstige opvolging (meerdere opvolgers in een bepaalde samenwerking kan ook).
Ontwerp een eigenaarsplan voor een toekomstige opvolging.
Maak een invulling qua rollen van het zogenaamde driecirkelmodel van Davis en Tagiuri (1996)*
Welke rechten en plichten hebben volgens jou de (toekomstige) eigenaren naar de rest van de familie?
Bedenk een procedure hoe het eigenaarsplan tot stand zou moeten komen binnen de familie
Waar moet je op letten?
Welke onderwerpen moeten besproken worden?
Op welke manier communiceert de familie?
Wie van de familie moet je erbij betrekken?
Hoe kun je het plan in de toekomst borgen?
Geef hierin vorm aan een ‘nieuwe’ (lees: ideale) exploitatiemaatschap voor het akkerbouwbedrijf van der Horst. Een alternatief dus op de huidige in 2020.
Bedenk voorwaarden opdat Dirk de opvolger kan worden voor beide locaties.
Voorwaarden waaraan Dirk dient te voldoen.
Eisen die Dirk zelf zou stellen om de opvolging voor zichzelf acceptabel te maken.
De moeder heeft nogal wat bezwaren en ervaart frustraties. Bedenk een opvolgingsplan waar moeder van der Horst tevreden mee zal zijn.
*in de inleiding van de wiki wordt meer verteld over het driecirkelmodel
De casus
Een bedrijfsleider zit er voorlopig niet in
Voor een tweede keer moest familie van der Horst constateren dat het alweer niet gelukt was een geschikte bedrijfsleider te vinden voor het dagelijkse werk op hun Drentse akkerbouwbedrijf. Hoewel er een klik bestond tussen de MBO-kandidaat en vader Jouke van der Horst, die hem zou inwerken, kon er geen overeenstemming bereikt worden over de salariëring. De oudste zoon had meerdere keren gewaarschuwd voor deze lage beloning, maar vader Jouke bleef geloven dat er iemand aangesteld kon worden op grond van aantoonbare kwaliteiten en een goede verstandhouding alleen. Het was een zware tegenvaller voor de hele familie, die besefte dat de impasse rondom de bedrijfsopvolging nog lang niet was opgelost.
Het akkerbouwbedrijf Jouke en Hylke van der Horst
Vader van der Horst, 72 jaar oud, is een agrariër in hart en nieren, iemand die niet van ophouden weet. Met zijn één jaar oudere broer Hylke hadden ze ooit het bedrijf van hun ouders overgenomen, en werkten ze als één akkerbouwbedrijf samen op twee nabij gelegen locaties in Drenthe. Allebei bezitten ze grond in eigendom (65 hectare) en huren daarnaast zo’n 50 hectare aan grond van hun broers en zussen, die zelf niet agrarisch actief zijn. Het uitlenen aan elkaar van familiegrond was altijd al een gewoonte geweest: het eigendom was weliswaar versnipperd, maar bleef als bezit binnen de familie van der Horst. Men was er voor elkaar en gunde het elkaar.
De blijvende invaliditeit van broer/vader Hylke van der Horst
De zoektocht naar een geschikte bedrijfsleider buiten de familie was begonnen, toen oudste broer Hylke in 2019 plotseling een beroerte had gekregen en blijvend invalide raakte. Via de aanstelling van een jonge en ‘goedkope’ bedrijfsleider voor de dagelijkse werkzaamheden, was het de bedoeling dat vader Jouke toezichthouder werd op beide locaties en zich geleidelijk kon terugtrekken om uiteindelijk plaats te maken voor zijn zoon Dirk, zodat het akkerbouwbedrijf toch behouden bleef binnen de familie. Nu voor de tweede keer een bedrijfsleider het aanbod geweigerd heeft, lijkt deze opzet moeilijk haalbaar.
Zoon Dirk als de gedoodverfde opvolger
Vader Jouke ging er altijd stilletjes vanuit dat zijn oudste zoon Dirk het bedrijf zou gaan overnemen. En hoewel dat zeker niet is uitgesloten, wordt de kans met de dag er niet groter op, zo lijkt het. Dirk, 30 jaar oud, is de oudste uit het gezin van vier kinderen. Na de middelbare school werkte hij vier jaar samen met zijn vader op zijn locatie, tot zijn moeder hem wist te overtuigen te gaan studeren. Wat volgde was een opleiding aan de Agrarische Hogeschool en daarna een masteropleiding Landschapsbeheer aan de Universiteit. Dirk woont inmiddels samen met zijn vriendin in een nabij gelegen dorp en werkt vier dagen in de week als projectleider bij een stichting voor landschapsontwikkeling. In de weekenden en avonduren is hij veelal te vinden op het akkerbouwbedrijf. Daarnaast werkt Dirk één dag in de week bij het Loonbedrijf van zijn neef Henk, waar hij de boekhouding doet. Door de familiebanden is dit bedrijf nauw gelieerd aan het akkerbouwbedrijf. Dirk is dus behoorlijk actief en dat baren zijn ouders zorgen, die het gevoel hebben dat hij tegen een burn-out aan zit. Zijn vader vond het destijds goed dat Dirk was gaan studeren, ‘maar daarmee verloor ik wel een partner voor in het werk en mogelijk een opvolger.’ Hij is van mening dat de kantoorbaan van zijn zoon qua geestelijke gezondheid en autonomie nooit kan opwegen tegen het vrije bestaan van een agrarisch ondernemer.
De continuïteit van het akkerbouwbedrijf als familiebedrijf
De overige kinderen uit het gezin van Jouke en Anita hebben ook gestudeerd of zijn daar nog mee bezig. Hoewel ze het belangrijk vinden dat het bedrijf binnen de familie blijft, liggen hun eigen ambities elders. Hendrik, de jongste zoon, die de Agrarische Hogeschool volgt, ziet zichzelf niet als opvolger omdat ‘Dirk altijd al een voorkeurspositie heeft genoten, waardoor opvolging voor mij minder snel voor de hand lag en er eigenlijk altijd afstand van heb genomen.’ Het gezin heeft de stille hoop dat Dirk uiteindelijk ‘Ja’ zal zeggen, hoewel iedereen inziet dat door de baan die hij heeft, de opvolging er niet gemakkelijker op is geworden.
De verwevenheid van het akkerbouwbedrijf met het Loonbedrijf
Oorspronkelijk was het akkerbouwbedrijf een maatschap van vader Jouke en zijn één jaar oudere broer Hylke. Naast agrarische activiteiten, hielden ze zich ook bezig met landschapsonderhoud, waar met name Hylke zich op toelegde. Na verloop van tijd werd de maatschap uitgebreid met Dirk en Henk. Henk is de oudste zoon van Hylke. Hij en zijn vader hadden zich voornamelijk bezig gehouden met loonwerkzaamheden op het gebied van landschapsonderhoud, terwijl Dirk en Jouke zich steeds meer toelegden op de twee akkerbouwlocaties van de familie. Enkele jaren voor de beroerte van Hylke had zijn zoon Henk zich uitgekocht uit deze maatschap en was hij als zelfstandig ondernemer doorgegaan als loonbedrijf, waar zijn vader en oom Jouke dus ooit mee begonnen waren met landschapsonderhoud. Hylke werkte op zijn akkerbouwlocatie samen met zijn zoon Douwe. Omdat Douwe autistisch is, verrichtte hij alleen de uitvoerende werkzaamheden, daarin ondersteund door Jouke en zijn zoon Dirk, terwijl vader Hylke tot aan zijn beroerte het toezicht hield. Toen deze in 2019 een beroerte kreeg, ging in zijn afwezigheid het toezicht over op broer Jouke.
Een nieuwe maatschap
Sinds de beroerte van Hylke, is het beheer over de twee akkerbouwlocaties dus in handen van Jouke, waar hij ook de werkzaamheden verricht, samen met Dirk en Douwe. Door het uitvallen van Hylke is de familie zich bewuster geworden van de opvolging, waardoor het proces in een soort versnelling is terechtgekomen. De gezinnen van der Horst besloten gezamenlijk een financieel agrarisch adviseur in de arm te nemen. Dit heeft in 2020 geleid tot een nieuwe maatschap, waarin naast de twee broers, alle kinderen uit beide gezinnen maat zijn geworden. De maatschap bestaat maar liefst uit 10 leden! (Jouke heeft 4 kinderen: Dirk, Foeke, Hendrik en Wybrich; terwijl Hylke ook 4 kinderen heeft: de zonen Henk en Douwe en de dochters Hanneke en Evelien.) Ieder kind kreeg recht op 5% van de jaarwinst; vader Jouke 50% en zijn invalide broer Hylke 10%. De dagelijkse bedrijfsvoering bleef onveranderd, terwijl er geen beslissing genomen werd over de toekomstige zeggenschap. Het land bleef in privébezit van Jouke en Hylke (en hun overige broers en zussen) en maakt geen deel uit van de maatschap. De nieuwe maatschap kreeg een termijnduur van 5 tot 8 jaar, dit vanwege de fiscaaltechnische voordelen: bij verkoop of overdracht hoeft er geen erfbelasting betaald te worden. Het betekende wel dat vader Jouke nog niet met pensioen kon, iets waar hij geen enkele moeite mee heeft, gezien zijn dagelijkse plezier in het werk als agrariër.
Vraagtekens bij de nieuwe maatschap
Zoon Dirk kijkt met gemengde gevoelens terug op hoe een duur betaalde adviseur tot deze maatschaps-constructie was gekomen: hoewel hij min of meer als de gedoodverfde opvolger wordt gezien, neemt hij slechts voor 5% deel uit in de jaarwinst, terwijl zijn neef Henk, die zich notabene had uitgekocht om als loonbedrijf verder te kunnen, wederom in de maatschap zit, met evenveel aandeel als hij. De overweging alle kinderen deel te laten nemen in de maatschap kwam omdat de adviseur rekening had gehouden met de gunfactor die hij ervoer binnen de familie van beide gezinnen. De grond is geen onderdeel geworden van de maatschap, evenals de woning. Alleen de machines maken deel uit van de exploitatiemaatschap.
De haalbaarheid van een bedrijfsleider versus opvolging binnen de familie
De opvolging is sinds de nieuwe maatschap in een impasse terechtgekomen, nu het lastig is gebleken een tijdelijke bedrijfsleider voor de dagelijkse werkuitvoering te vinden. Die werd nodig geacht omdat Dirk meer buitenshuis werkt dan op de locatie van zijn vader, terwijl Douwe weliswaar werkzaam is op de andere akkerbouwlocatie, maar vanwege zijn autisme aansturing nodig heeft. Volgens vader Jouke kan er, gezien de vele maatschapsleden maar weinig gebeuren. Doordat vrijwel alles hypotheekvrij is en het kapitaal inmiddels afbetaald, is het financieel mogelijk een (laag betaalde) MBO-er als bedrijfsleider in te huren. Sommige kinderen uit het gezin van Jouke zijn het met deze visie eens, Dirk echter niet. Hij is van mening dat welke bedrijfsleider dan ook, per definitie te duur uit zal zijn. Voor de huidige werkzaamheden op de akkerbouwlocaties ontvangt Dirk niet eens een salaris! Zijn vergoeding bestaat uit het gebruik van de auto en de betaling van de dieselkosten! Vader Jouke heeft van jongs af aan het bedrijf opgebouwd. Hij verdient weinig geld dat als kapitaal volledig is geïnvesteerd in het bedrijf en maakt, zonder zich daar druk over te maken, vele overuren. Mocht Dirk stoppen met zijn baan en verdergaan als bedrijfsleider, dan kan hij amper de hypotheek van zijn eigen huis betalen. Hoewel zijn vriendin in de zorg werkt, zouden ze er financieel behoorlijk op achteruitgaan. Zonder uitbreiding is het akkerbouwbedrijf niet rendabel voor een gezin, alleen wanneer dit gezin de woning als bezit erbij zou krijgen. Dat zou betekenen dat de huidige ouders elders een woning moeten zoeken. En hoe wordt dat gefinancierd?
De frustraties van moeder van der Horst
Misschien ervaart moeder Anita van der Horst (60 jaar) de problemen rondom de bedrijfsopvolging wel het zwaarst van allemaal. Hoewel ze afkomstig is van een agrarisch bedrijf, heeft ze nooit echt meegeholpen op het akkerbouwbedrijf van haar man en zit ze ook niet in de maatschap. Ze staat als juffrouw voor de klas, maar door ziekte is daar de laatste jaren weinig van terecht gekomen. Ze heeft er moeite mee dat haar man Jouke, ondanks zijn leeftijd, niet van ophouden weet. Zij vindt dat hij zich al had moeten terugtrekken en veel te gemakkelijk denkt over de opvolgingsmogelijkheden in de toekomst. Zolang hij niet over stoppen gaat praten, is er voor Dirk geen enkele motivatie het bedrijf over te nemen. Ze zou met Jouke meer met de camper erop uit willen gaan naar het buitenland. Onlangs was ze enorm verontwaardigd toen ze haar man enthousiast hoorde praten over noodzakelijke bedrijfsuitbreiding die de opvolging veilig zou moeten stellen. Hoewel ook zij het belangrijk vindt dat het bedrijf binnen de familie voorgezet wordt, zou een uitbreiding betekenen dat haar man de komende jaren waarschijnlijk niet gaat stoppen met werken. Ze vraagt zich af, meer dan haar man, of zoon Dirk het bedrijf over zal nemen. Het zou alleen in parttime kunnen en zelfs dan wordt het geen vetpot voor Dirk. Ook denkt ze dat een functie als parttime akkerbouwer, naast zijn huidige baan, voor Dirk mentaal zwaar zal zijn. Een bedrijfsleider van buiten de familie ziet ze uit privacyoverwegingen niet zitten. Ze wil de woning voor haarzelf en met haar man houden, zonder te veel pottenkijkers op het erf. Ze heeft er al moeite mee dat haar eigen broer als vrijwilliger meehelpt en vaak in de woning mee-eet. Zij vindt een scheiding van werk en privé erg belangrijk. Nu Henk, de zoon van haar zwager Hylke, weer in de maatschap zit, ziet ze in de toekomst meer mogelijkheden dat hij toezichthouder wordt, samen met Dirk, over beide locaties van het akkerbouwbedrijf. Wellicht is een bedrijfsleider te duur, maar een loonwerker kan veel sneller en gemakkelijker ingeschakeld worden. Haar man en Dirk hebben juist weer moeite met een loonwerker, die veel minder betrokken is bij het bedrijf dan een bedrijfsleider dat kan zijn. Tenslotte vindt ze het belangrijk dat er een coach komt die gesprekken gaat voeren met haar man en de overige kinderen, door niet expliciet rekening te houden met financiële aspecten van de bedrijfsopvolging, maar meer de zachte kant (communicatie, toekomstbeelden, vormen van samenwerken en waarden).