/
2.2 Bedrijfsvoering en inpasbaarheid

2.2 Bedrijfsvoering en inpasbaarheid


Het vergt veel planning om extra gewassen in te passen (oogstmomenten, bodemplagen). Koolzaad past bijvoorbeeld niet goed in een bouwplan met suikerbieten vanwege vermeerdering van aaltjes. En in een bouwplan met veel wintergranen zijn een beperkt aantal andere gewassen toe te voegen in verband met het groeiseizoen (zaaien wintergraan voor half oktober en oogsten in juli). Het eerst op kleine schaal uitproberen van een nieuwe teelt, het van elkaar leren en een lokale afzet creëren zijn hierbij van belang. De voordelen voor de bedrijfsvoering kunnen zijn: betere bodemkwaliteit, betere hydrologie, droogteresistentie (lupine, luzerne), minder plagen, minder gewasbeschermingsmiddelen en minder bemesting. De afzet van minder gangbare gewassen zoals veldboon, luzerne en zelfs tarwe vraagt inspanning. Het is een groot voordeel als dit lokaal verhandeld kan worden als bijvoorbeeld veevoer.


Vaak gebruikte alternatieve rustgewassen per grondsoort:

  • Klei:

    • Luzerne

    • Winterveldboon

    • Winterkoolzaad

  • Zand:

    • Afrikaantjes (tagetes)

    • Zomergerst

    • Hennep

    • Winterveldboon

    • Lupine



Lupine (Bron: Stichting Open Boek)