Laserscanner
Een laserscanner, ook wel LIDAR (Laser Imaging Detection And Ranging) genoemd, zendt met een laser lichtpulsen uit op een voorwerp. De scanner meet de tijd vanaf het uitzenden tot het terugontvangen na weerkaatsing op het voorwerp. Hoe groter de afstand tussen de laserscanner en het voorwerp, hoe langer de lichtpuls er over doet. Met deze techniek kan de omgeving driedimensionaal (3D) in kaart worden gebracht. Zo kan onder andere worden gemeten waar gaten in de bladmassa aanwezig zijn. Die informatie is bruikbaar om spuitdoppen tegelijkertijd - realtime - aan te sturen. Hiervoor zijn nu prototypes in de maak. Met de 3D informatie kan ook het boomvolume en de boomhoogte worden berekend. Omdat volume en hoogte iets zeggen over de groeikracht van individuele bomen, kan vervolgens op basis van een taakkaart wortels worden gesneden. Wel zijn de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de data afhankelijk van de kwaliteit van de sensor (een hogere resolutie geeft een beter beeld) én van de rijsnelheid (zie de pagina Meetfrequentie en rijsnelheid).