-
(bedrieglijk) Maiswortelknobbelaaltje - erwt —
Maiswortelknobbelaaltjes veroorzaken kleine knobbeltjes op de wortels en knollen van verschillende gewassen. De schade bestaat vooral uit een product met een mindere kwaliteit.
-
Bladrandkever —
Deze snuitkever is 4-5 mm lang, donkerbruin en bedekt met grijze schubjes met op de dekschilden lichtbruine strepen. De kevers komen zeer algemeen voor en kunnen in sommige jaren vrij veel schade doen aan erwten en andere vlinderbloemigen.
-
Bonenvlieg - snijboon —
De Bonevlieg lijkt op de kamervlieg, maar is slechts 3 tot 6 mm lang. De kleur van kop, borst en achterlijf is grijs tot geelachtig. De poten zijn zwart.
-
Erwtengalmug —
Soms kan het erwtengewas ernstig lijden van een aantasting door de maden van de erwtengalmug.
-
Erwtenpeulboorder —
De erwtenpeulboorder is een klein, grijsbruin vlindertje waarvan de rupsen schade aanrichten door het aanvreten van de onrijpe zaden (wormstekigheid).
-
Mangaangebrek bonen en erwten —
Soms kan mangaangebrek in bonen optreden.
-
Meeldauw - erwt —
Behalve valse meeldauw kan ook meeldauw op erwten voorkomen, met name op laat gezaaide gewassen. De ziekte treedt vooral op onder droge omstandigheden eind juli-begin augustus.
-
Sclerotienrot - rattenkeutelziekte - erwten —
Het schimmelweefsel doorwoekert de plant, waardoor deze al vroeg verwelkt en afsterft.
-
Sclerotienrot - rattenkeutelziekte, stamslaboon —
Het schimmelweefsel doorwoekert de plant, waardoor deze al vroeg verwelkt en af kan sterven.
-
Tuinboon-wikkeroest —
De meest bekende sporen zijn de roestbruine zomersporen, die als roestbruine pukkels op de bladeren zichtbaar zijn zowel aan de onderzijde als aan de bovenzijde van het blad.
-
Valse meeldauw - erwt —
Bovenop vertoont het blad geelwitte, later meer bruingele vlekken. Deze primair aangetaste planten sterven vaak al voor de bloei af en leveren dus geen opbrengst.
-
Vetvlekkenziekte —
Tijdens vochtig weer kunnen zich op de stengels, bladeren en peulen glazige, heIdergroene vetvlekken ontwikkelen.
-
Zwarte bonenluis —
De volwassen Zwarte Bonenluis kan 1,5 tot 3,1 mm lang worden afhankelijk van de voedselcondities. Ze zijn mat zwart van kleur. Door een was-achtige afscheiding ontstaan bij oudere exemplaren helderwitte dwarsbanden op het achterlijf.