Bonenvlieg - snijboon

Gewas: Snijboon

Wetenschappelijke naam: Delia platura

Groep: Insecten

Bonenvlieg (Foto R. Coutin /OPIE)
Schade door bonenvlieg
Aantasting door de bonenvlieg

 

Aantasting door bonenvlieg in stamslaboon
Schade door bonenvlieg; 'soldaatjes' (Foto R. Coutin /OPIE)
Bonenvlieg: eieren, pop, larve, imago

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

De Bonevlieg lijkt op de kamervlieg, maar is slechts 3 tot 6 mm lang. De kleur van kop, borst en achterlijf is grijs tot geelachtig. De poten zijn zwart.

De vlieg komt algemeen voor en tast behalve bonen ook spinazie, asperge, komkommerachtigen en fresia aan.

De maden boren gangen in de kiemende zaden. Daardoor kunnen deze niet kiemen en rotten weg. Ook worden groeipunten uit kiemplantjes gevreten waardoor verder doorgroeien niet meer mogelijk is. De bonenplant komt nog wel boven de grond, met zijn twee zaadlobben, maar de rest ontbreekt. In de praktijk worden dit "soldaatjes" genoemd. Planten kunnen ook in een later stadium worden aangetast door maden van de Bonevlieg. De stengels worden daarbij aangevreten waardoor planten slap gaan en zelf kunnen afsterven. Ernstige aantastingen van bonengewassen in kasteelten komen zelden voor.

Levenswijze

Levenswijze

De levenscyclus van de Bonevlieg heeft de volgende stadia: ei, larve (maden), pop en volwassen vlieg. Het vrouwtje zet honderden eieren af in de grond boven de kiemende zaden. De eieren zijn ongeveer 1 mm lang, langwerpig en parelwit van kleur. Bij een grondtemperatuur van 10º C komen de maden na circa 8 dagen uit de eieren. Ze beginnen direct te vreten aan de kiemende bonen en kunnen tot 8 mm lang worden. De maden eten gedurende 1 tot 2 weken en verpoppen daarna in de grond.

De totale cyclus van ei tot volwassen Bonevlieg duurt bij 10º C 85 dagen, 20º C 25 dagen en bij 25º C nog maar 17 dagen.

Maatregelen

Maatregelen

De bestrijding van de Bonevlieg is gericht op de bescherming van het kiemstadium en de kiemplantjes. Dit gebeurt door middel van een zaadbehandeling met een chemisch gewasbeschermingsmiddel. Tijdens de teelt zijn bespuitingen tegen bonevlieg met gewasbeschermingsmiddelen dan niet meer nodig.

Insectengaas in de luchtramen voorkomt invlieg van insecten van buiten de kas.

De kas twee tot drie weken leeg laten liggen kan de kans op aantasting in een vervolgteelt verminderen. Dit is niet altijd mogelijk.

Meer informatie

Â