Dood hout verrot wannet het wordt blootgesteld aan weer en wind. Dat verrotten is een belangrijk onderdeel van een natuurlijke kringloop. Het hout wordt zo afgebroken waarbij nutriënten langzamerhand weer vrijkomen. Bij dat rottingsproces spelen diverse organismen zoals bacteriën, insecten en vooral schimmels een rol. Een aantal zwammen tast ook levend hout aan. Op deze pagina vind je een overzicht van een aantal houtrotzwammen. |
Houtzwammen
-
Berkenheksenbezem —
De takken blijven vanuit één punt steeds in verschillende richtingen uitlopen. De knoppen van de heksenbezem lopen in het voorjaar het eerste uit. De bleekgele bladeren van uitlopers zijn bedekt met sporen.
-
Berkenzwam —
Op de stam van de berk vind je de hoefvormige lichtbruine vruchtlichamen die meestal zo’n 10 tot 15 cm groot zijn. Bij jonge exemplaren is het vruchtlichaam zacht, later wordt het meer kurkachtig. De paddenstoelen zijn een jarig en verschijnen gewoonlijk in de zomer en herfst.
-
Biefstukzwam —
Op de stam van vooral eik en tamme kastanje vind je vruchtlichamen van zo’n 5 tot 30 cm groot in de vorm van een rode tong. De paddenstoel vind je vooral bij wonden of op gebroken takken.
-
Dennenmoorder —
Aan de voet van dode naaldbomen of stobben vind je dikke korstvormige vruchtlichamen die tot zo’n 15 cm breed en 3 cm dik kunnen worden. De bovenkant is roodbruin tot bruin, de onderkant is wit. Meestal zie je een witte tot roodbruine groeirand.
-
Gewone oesterzwam —
De vruchtlichamen van de Gewone oesterzam vind je vaak in groepen bij tak- of stamwonden. Ze zijn waaier- of schelpvormig en zo’n 7 tot 13 cm groot met soms een steel van 2 tot 4 cm lang.
-
Honingzwam —
Een wit vlies bevindt zich tussen bast en hout. In het najaar vormen zich in groepjes bruingele, later bruin, vruchtlichamen aan de voet.
-
Massaria —
Massaria is een schimmelziekte, die een snel optredende houtrot in takken van platanen veroorzaakt, met plotseling taksterfte en takbreuk. De ziekte is nieuw en is in 2007 voor het eerst in Nederland aangetroffen.
-
Meniezwammetje —
Ingezonken weefsel en afgestorven bast rondom snoeiwonden. Jonge twijgen verwelken tijdens zomer. Al snel worden oranje/ menierode vruchtlichaampjes van de schimmel zichtbaar op bast van twijgen en stam.
-
Zadelzwam —
De hoed van de zadelzwam is waaiervormig met een dikke steel. De paddenstoel lijkt wel wat op een zadel, vandaar de naam. Het is een zomerpaddenstoel die vanaf april verschijnt.
-
Zwavelzwam —
De vrij grote gele vruchtlichamen kunnen tussen de 5 en 25 cm breed zijn. Meestal groeien meerdere vruchtlichamen dakpansgewijs in groepen op oude snoeiwonden of andere wonden. In een jong stadium is de bovenkant rood-geel of oranje. De onderkant heeft een bleke zwavelkleur.