Honingzwam

Een wit vlies bevindt zich tussen bast en hout. In het najaar vormen zich in groepjes bruingele, later bruin, vruchtlichamen aan de voet.

In het hout bevinden zich bruine tot zwarte, op wortels lijkende, zwamdraden (rhizomorfen). In het aangetaste hout vinden we afgrendelingverschijnselen en rot.

De infectie van deze schimmel vindt meestal plaats door het wortelstelsel. Ook kan de ziekte via wonden de boom binnendringen. Daarna groeit de schimmel tussen bast- en houtweefsel naar het cambium. De zwamvlok verandert van een wit vlies naar bundels van zwarte strengen, de zgn. schoenveters of rhizomorfen. Na kortere of langere tijd sterft het cambium af. De schimmel kan zowel wortelrot als stamrot veroorzaken. In de herfst verschijnen de gelige, later bruine paddenstoelen. De rhizomorfen zorgen voor uitbreiding naar nieuwe gewassen.

• Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken.

• Zorgen voor goede groeiomstandigheden.

• Stobben en wortels opruimen van aangetaste bomen verwijderen.

• Chemische bestrijding, zie Gewasbescherminggids van de PD of de digitale Gewasbeschermingkennisbank.