Brandnetelfamilie
De bloemen de brandnetelfamilie of Urticaceae zitten in trossen en zijn erg klein. De bloemen zijn één- of tweehuizig. De stengels zijn vierkant en de bladeren tegenoverstaand. De stengels en bladeren zijn bezet met holle brandharen. Deze bevatten een bijtend vocht dat bij het afbreken van de top in de wond komt. De brandharen staan schuin naar boven gericht. Brandnetels groeien op plaatsen met veel stikstof. De jeuk verdwijnt als je snel na het prikken de huid insmeert met weegbree- of hondsdrafbladeren.
Soorten
-
Grote brandnetel —
Tweehuizige plant, met mannelijke en vrouwelijke planten, met vierkante stengels tot 150 cm. De tegenoverstaande bladeren zijn donkergroen, donzig behaard, grof gezaagd, langwerpig, toegespitst en met een hartvormige voet tot 10 cm lang.
-
Kleine brandnetel —
Eenjarige, éénhuizige 10 - 40 cm hoge planten met staande stengels. De donkergroene, tegenoverstaande bladeren zijn eivormig en ingesneden van ¼ tot ½, de onderste bladstelen zijn langer dan het blad.