Smeerwortel

De smeerwortel heeft ruw behaarde bladeren met dikke nerven.

De bladeren lopen met hun bladvoet door tot het volgende blad. Daardoor lijkt de stengel gevleugeld. Het zijn forse planten met hangende bloemen. De bloemen zijn buis- tot trechtervormig. de bloemkleur is roodpaars, roze tot vuilwit. Na de bloei verkleurt de bloem roze. De bloemen worden volop bezocht door bijen.

De planten worden als geneesmiddel gebruikt. De smeerwortel groeit op droge tot vochtige plaatsen in graslanden, waterkanten en bossen en zijn wortelonkruiden. Het is een gidssoort voor matig voedselrijke gronden, droge tot vochtige gronden.

Niet chemisch

Regelmatig maaien en maaisel afvoeren. Zorgen voor goede ontwatering.

Chemisch

Voor meer informatie zie de PD-gewasbeschermingsgids en de handleiding gewasbescherming.