Kokermot

Gewas: Appel, Peer, Kers, Pruim, Braam, Framboos

Wetenschappelijke naam: Coleophora hemerobiella

Groep: Insecten

Beginnende aantasting door kokermot in het eerste jaar
Een rechtopstaande koker waarin de driejarig rups verpopt

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Bladmineermotten zijn kleine motjes waarvan de larven gangen (mijnen) maken in het blad door het bladmoes op te eten. Daardoor vermindert de fotosynthesecapaciteit van het blad.

Over het algemeen komt kokermot in de geïntegreerde fruitteelt niet in die mate voor dat er een merkbare invloed is op de fotosynthese. Wel veroorzaakt de kokermot schade aan de jonge vruchten, die kleine, kogelronde, verkurkte vlekjes op de schil oplevert. De kokermot dankt zijn naam aan de kokers die hij maakt. De rups vormt van spinsel en bladweefsel een koker om zich heen, waardoor hij volledig afgeschermd zit. De levenscyclus van de kokermot is driejarig. In het tweede en het begin van het derde jaar zit de rups in een sikkelvormige koker. In het derde jaar vormt de rups een rechtopstaande koker. De mot is ongeveer 5 mm lang, egaal grijsbruin van kleur met een soort metallic look en heeft lange voelsprieten. De larve is bruin van kleur en heeft een bruine kop. De jonge larve is 5 mm lang en groeit in drie jaar uit tot een 18 mm lange larve, maar zit al die tijd "verstopt" in zijn koker.

Levenswijze

Levenswijze

De kokermot heeft een levenscyclus van drie jaar. De volwassen motten vliegen van juni tot juli. Het vrouwtje legt ongeveer 200 eieren, alleen of in groepjes aan de onderkant van het blad. Na twee weken komen de eieren uit en beginnen de jonge larven zich te voeden. Dit doen ze door mijnen te maken in het blad. In het najaar vormen de larven een cocon van een stuk bladepidermis dat met spinsel tot een stevig geheel wordt gemaakt. Ze overwinteren daarin in schorsspleten, vlak bij de knoppen of in andere schuilplaatsen op de boom. Begin april vervormt de larve zijn spinsel en krijgt de koker een sikkelachtige vorm. De rups kruipt op zijn voorpoten met de koker om zich heen naar het blad of de jonge vruchten en vreet het bladmoes weg waardoor grotere mijnen ontstaan. Na het tweede jaar overwintert de rups in zijn sikkelvormige koker en in april van het derde jaar komt hij weer uit winterrust. Na één maand verlaat hij deze koker om een nieuwe, grotere te vormen, maar nu recht in vorm. Deze kokers staan recht op het blad in de mijn. Na enkele weken verpopt de rups zich in de koker en vanaf juni verschijnt de volwassen mot.

Maatregelen

Maatregelen

Aantasting door kokermot leidt zelden tot economische schade, waardoor bestrijding meestal niet noodzakelijk is. Middelen die ingezet worden tegen bladrollers en fruitmot werken ook op de eieren van bladmineerders. Is bestrijding toch noodzakelijk, dan dienen deze middelen ingezet te worden op het moment dat de eerste mijnen zichtbaar worden.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â