Meeldauw - peen

Alleen bij droog en warm weer kan het loof aangetast worden door de echte meeldauwschimmel. Het blad wordt bedekt met een witte poederachtige laag (mycelium en sporen), wordt langzaam bruin en sterft af.

Echte meeldauw tast het blad aan. De schimmel is een obligate parasiet (parasiet die zonder waardplant niet kan overleven) en kan daarom alleen op levende planten groeien. Het jaarrond aanwezig zijn van de schimmel kan vele schermbloemigen aantasten (cultuurgewassen en wilde planten, zoals pastinaak, peen, selderij, dille, peterselie). De sporen die gevormd worden op de plant, worden met de wind verspreid. Bij vochtig weer kan de schimmel zich niet ontwikkelen. De schimmel overwintert met vruchtlichamen in de grond en als mycelium in meerjarige planten.

Een bespuiting uitvoeren met een toegelaten middel, zodra aantasting waargenomen wordt, houdt het loof voldoende vrij van deze schimmel. Rassen verschillen in gevoeligheid. Het is belangrijk om het gewas aan de groei te houden.