Slawortelboorder

Gewas: Diverse kruidachtige planten en grassen

Wetenschappelijke naam: Pharmacis lupulina (Hepialus lupulinus)

Groep: Insecten

Larve
Larve actief in het gewas

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

De slawortelboorder voedt zich met de wortels en ondergrondse stengeldelen van diverse kruidachtige planten en grassen.

  • Imago: voorvleugels mannetje (tot 16 mm) kleiner dan voorvleugel vrouwtje (tot 20 mm).

  • Rups: Tot 38 mm groot. Geelachtig wit met geelachtige onduidelijke bleke geelachtig bruine vlekken. De kop is glanzend roodachtig bruin

De vleugeltekening van het mannetje varieert sterk, zowel in grootte als in intensiteit. De kleur varieert van witachtig tot lichtbruin of grijs.. Sommige mannetjes hebben een brokkelige witte rand aan de vleugel die elkaar kunnen raken aan de binnenrand van de vleugel en vormen zo een omgekeerde V. Het vrouwtje is groter en minder getekend. Vaak zijn de vleugels effen grijs van kleur.

Levenswijze

Levenswijze

De vlinder is algemeen in West-Nederland en Midden-Nederland en komt voor in open graslanden, heiden, moerassen en grazige bospaden, tuinen en wegbermen in stedelijke omgeving.

De rupsen komen voor van augustus tot april. De rups, die onder de grond leeft en zich voedt met wortels en (ondergrondse) stengeldelen, overwintert enkele malen en verpopt zich in de grond. Vanaf  mei tot augustus komen de  vlinders tevoorschijn en leggen hun eieren.

Maatregelen

Maatregelen

  • Los maken van de bovengrond ten tijde van de eiervluchten. Dit zorgt ervoor dat de larven die uit de eitjes komen minder goed de grond in kunnen.

  • (Kriel)kippen eten de larven en de poppen. Sectoren van max. 1000 m2 afzetten. Bij grotere stukken blijven de kippen namelijk in één hoek.

  • De Beauveria-schimmel die o.a. in compost kan voorkomen, heeft een dodend effect op de larven.

  • De larven zijn gevoelig voor Beauveria bassiana.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â