1.4 Regelgeving natuurproducten
Natuurproducten kunnen worden gegeven als diervoederingrediënt, aanvullend diervoeder, diervoederadditief (aromatisch of zoötechnisch) of als diergeneesmiddel.
In het algemeen worden gedroogde kruiden gezien als voedermiddelen en extracten als additieven. Diervoederadditieven moeten zijn vermeld in het Register of Feed Additives, regulation 1831/2003.
http://ec.europa.eu/food/food/animalnutrition/feedadditives/comm_register_feed_additives_1831-03.pdf
Probiotica moeten verplicht als veevoederadditieven geregistreerd worden
(EC No.1831/2003). Tijdens de beoordelingsprocedure voor registratie wordt de werkzaamheid en
veiligheid van de producten door de overheid (hier FEEDAP/EFSA) getoetst en slechts
producten met een bewezen goede werking (en een duidelijke aanwijzing over deze
verwachte werking) worden geregistreerd.
Kruiden of ‘botanicals’ staan bij de zogenaamde aromatische additieven of (enkele) bij de zoötechnische additieven (prestatiebevorderaars).
Biologisch pluimvee moet worden gevoerd met biologisch voer, maar 5% van het rantsoen mag nog bestaan uit gangbaar voer. Biologisch geproduceerde kruiden(-producten) zijn altijd toegestaan. Diergeneesmiddelen op basis van kruiden zijn ook toegestaan, evenals fytotherapeutica en homeopathische middelen.
Bij de herziening van de regelgeving (SKAL-Certificatiegrondslagen 2011) is de definitie van fytotherapeutica aangepast, wat is weergegeven in de volgende paragrafen:
Artikel 24, lid 2 Fytotherapeutische producten:
Interpretatie: Onder ‘fytotherapeutische producten’ wordt naast de geregistreerde fytotherapeutica ook de „gangbare fytotherapeutica‟ verstaan, welke op het bedrijf aangekocht worden als aanvullend diervoeder en niet geregistreerd staan als fytotherapeuticum. Deze gangbare fytotherapeutica mogen onder de volgende voorwaarden in de biologische veehouderij worden gebruikt:
De hoeveelheid fytotherapeuticum mag niet meer bedragen dan 2% van het totale dagrantsoen.
Toepassing van een fytotherapeuticum moet geregistreerd worden in (een bijlage van) de diergeneesmiddelenregistratie op het bedrijf.
Het moet aantoonbaar natuurlijke middelen betreffen (niet synthetisch en GMO-vrij).
Er is geen biologisch geproduceerd alternatief beschikbaar.
Artikel 27, lid 1, onder c “….natuurlijke aromastoffen of natuurlijke aromatiserende preparaten."
Interpretatie: Aroma's als gedefinieerd in verordening (EG) Nr 1334/2008, artikel 16 mogen in biologische producten gebruikt worden.
Concreet betekent dit als het om kruiden of plantenstoffen gaat, dat dit pas gaat spelen bij voederingrediënten of aanvullende diervoeders waarbij meer dan 20 kg/ton wordt toegevoegd.
Gisten (gedroogd) en hun bestanddelen vallen in dezelfde categorie.
Een aantal van de in dit boekje vermelde anorganische zuren (voederadditieven) mag biologisch niet worden gebruikt (check bij SKAL, www.SKAL.nl ). Probiotica (bacteriën en levende gisten) voor inwendig gebruik (additieven) mogen biologisch niet gebruikt worden.